Nadezjda liep de trap op na een zware werkdag op de boekhouding van het medisch centrum. De hete julizon maakte dat haar vochtige blouse aan haar rug kleefde, en de tas met documenten voelde zwaarder dan normaal.
Haar ouders waren een week geleden naar het buitenhuis van haar tante vertrokken, en hadden hun dochter de sleutels van hun appartement op de tweede verdieping gegeven, zodat zij de bloemen kon water geven en de post kon controleren.
Op het bordes tussen de tweede en derde verdieping bleef Nadezjda plots stilstaan. Uit het appartement van haar ouders klonken luide stemmen en gelach. De muziek stond zo hard dat de deur trilde. Haar hart begon sneller te slaan — haar ouders zouden pas over drie dagen terugkomen.
Ze legde haar oor tegen de deur. Tussen de onbekende stemmen door herkende ze duidelijk de stem van haar schoonmoeder, Valentina Dmitrievna. De vrouw vertelde iets, af en toe onderbroken door schaterlach. Er werd geproost, en iemand zette de televisie nog harder.
Nadezjda’s handen begonnen te trillen toen ze haar telefoon pakte. De eerste keer dat ze haar man belde, kreeg ze geen antwoord. De tweede keer, een minuut later, weer stilte. De derde keer — opnieuw de voicemail. Paniek begon vanuit haar maag op te wellen, maar ze klemde haar kaken op elkaar. Oleg wist ongetwijfeld waar zijn moeder was.
Ze haalde de sleutelbos uit haar tas en stak voorzichtig een sleutel in het slot. De deur ging geruisloos open. Het eerste wat haar tegemoet sloeg, was de doordringende geur van sigarettenrook, vermengd met alcohol en iets anders, zoet en weeïg. Moeders geliefde lelies op de vensterbank hingen slap van de benauwdheid.
In de hal lagen vreemde schoenen — herenlaarzen, damessandalen, kindersneakers. Op het schoenenkastje stond een lege wodkafles en een overvolle asbak. Nadezjda trok haar eigen schoenen uit en sloop op haar tenen naar de woonkamer.
Het tafereel dat zich voor haar ogen ontvouwde, deed haar zich vastgrijpen aan het deurkozijn. Moeders sneeuwwitte tafellaken, dat alleen bij grote feestdagen werd gebruikt, zat onder de rode vlekken en as. Op tafel stonden drie lege wodkaflessen, verschillende bierflessen en moeders kristallen glazen, waarin peuken dreven.
De kussens van de bank lagen op de grond. Op de salontafel waren natte kringen van flessen achtergelaten op het gepolijste hout. Eén van moeders kristallen vazen lag op haar zij, gelukkig nog intact.
Aan tafel zaten vijf mensen. Valentina Dmitrievna zat aan het hoofd, alsof zij de gastvrouw was. Naast haar een man van rond de vijftig in een gekreukt overhemd, twee vrouwen van ongeveer dezelfde leeftijd als de schoonmoeder, en een jongen van een jaar of zestien, die rookte ondanks zijn jeugdige leeftijd.
