De chirurg keek naar de bewusteloze patiënte en deed plotseling een stap achteruit: “Bel onmiddellijk de politie!”

De stad, gehuld in donkere schaduwen, ademde een doffe, zware stilte, slechts onderbroken door de zeldzame sirenes van de ambulance. Binnen de muren van het stedelijk ziekenhuis, waar elke gang de echo’s van andermans lijden bewaarde, woedde een storm die niet onderdeed voor het onweer buiten.

De nacht was niet zomaar gespannen — ze stond op het punt te ontploffen, alsof het lot zelf de sterkte van degenen die waken over het leven wilde testen.