— De geldkraan is dicht! — ik heb de kaarten geblokkeerd, en mijn veertigjarige man hoorde voor het eerst van mij: ga zelf maar geld verdienen!

Lera nam een slok koffie en slikte haar sarcastische reactie in. “Ja hoor, Valentina Sergejevna, daarom renden die kinderen in de pauze zeker naar de kantine voor broodjes. Pap is pap, maar normaal eten heeft iedereen nodig.”

— Mam, kun jij geld op mijn telefoon zetten? — riep Roman vanuit de kamer. — Ik sta in het rood.

Lera verslikte zich bijna.

— Rom, je bent een volwassen man. Tweeënveertig jaar. Je hebt twee handen en zelfs een ingenieursdiploma, nota bene. Is het echt zo moeilijk om zelf je saldo op te waarderen?

Roman verscheen in de deuropening van de keuken en krabde aan zijn buik.

— Dat zou ik graag doen, maar mijn kaart is leeg. En jij bent bij ons de financieel directeur, voor jou is dat makkelijker.

— Financieel directeur? — grijnsde Lera bitter. — Ik dacht dat ik je vrouw was.

— Dat ook, — stemde Roman toe. — Je combineert het, zeg maar.

Op dat moment koos Valentina Sergejevna de kant van haar zoon.

— Lerochka, wat maakt het uit? Je verdient toch geld. Wij zijn familie. Is een familie er niet juist om te delen?

— Vreemd, — Lera nam nog een slok koffie en keek haar schoonmoeder met half samengeknepen ogen aan. — Ik lijk de enige te zijn die deelt, terwijl de rest alleen maar neemt.

Er viel een stilte in de kamer. Zelfs de pap hield op met borrelen.

— Begin je weer? — fronste Valentina Sergejevna. — Ik houd niet van jouw gierigheid.

— Dat is geen gierigheid, maar elementaire rechtvaardigheid, — antwoordde Lera. — Ik ben geen pinautomaat.

— Kijk, daar gaan we weer, — zuchtte Roman. — Het is nog maar ochtend en je begint al met verwijten. Begrijp je niet dat dit allemaal door stress komt? Je moet het leven wat luchtiger nemen.

— Luchtiger? — Lera voelde hoe de woede in haar borst opborrelde. — Jij zit al twee jaar thuis en “neemt het luchtig”. Je moeder geeft geld uit van míjn salaris, helpt zelfs familieleden, en ik moet alles betalen en zwijgen?

— Je overdrijft, — zei Roman kalm terwijl hij zijn telefoon weer oppakte. — Alles is oplosbaar.

— Natuurlijk is alles oplosbaar, — knikte Lera. — Alleen moet ik het altijd oplossen.

Ze zette haar kopje hard in de gootsteen. Het klonk als een schot in deze kleine keuken.

— Lerochka, — begon haar schoonmoeder verzoenend. — Wij zijn toch familie. Het zijn nu moeilijke tijden, maar later komt alles wel goed.

— Wanneer? — keek Lera op. — Als ik zestig ben en tot aan mijn pensioen blijf werken, zodat jullie rustig thuis kunnen blijven zitten?

Niemand antwoordde.