“Dit moet ik meteen zeggen,” dacht ik terwijl ik het nummer draaide.
Toen de politie ter plaatse kwam, was mijn stem nauwelijks verstaanbaar.
“Ik… ik ben de stiefmoeder van een klein meisje. En mijn stiefdochter heeft me net iets heel ernstigs verteld.”
De agent vroeg me om uitleg, maar ik kon nauwelijks spreken. Lucía stond nog steeds naast me en hield me stevig in haar armen.
Toen herhaalde het kleine meisje, nauwelijks hoorbaar fluisterend, wat ze zojuist had opgebiecht.
En toen de agent dat hoorde, zei hij iets waardoor ik schrok.
“Mevrouw… blijf alstublieft veilig. We hebben al een patrouille gestuurd.”
De politieauto arriveerde in minder dan tien minuten. Tien minuten die een eeuwigheid leken te duren. Gedurende die hele tijd week ik geen seconde van Lucía’s zijde. Ik wikkelde haar in een deken en we gingen op de bank zitten. Het zachte licht in de woonkamer contrasteerde sterk met het gevoel dat de wereld onder onze voeten was ingestort.
De politie kwam discreet binnen, zonder de minste plotselinge beweging, alsof ze al wisten dat het geringste geluid het beetje zelfvertrouwen dat het kleine meisje nog had, zou kunnen vernietigen. Een agent met krullend haar knielde naast ons neer.
‘Hallo lieverd. Mijn naam is Clara. Mag ik bij je zitten?’ vroeg ze met zo’n lieve stem dat zelfs ik een lichte opluchting voelde.
vervolg op de volgende pagina
