— Ah ja, — haalde hij een stapel biljetten uit zijn binnenzak. — Hier, verdiend.
— Dat is veel te veel. Ik neem het niet aan, — zei Liza met grote ogen.
— Alleen domme mensen weigeren geld, — beet hij terug. — Ben jij dom?
— Nee, niet dom. Ik heb het geld echt nodig, — ze nam het geld aan en stopte het in haar tas. — Tot ziens, Kirill. Of vaarwel. — Ze trok aan de deurhendel, maar die deed het niet.
— Blijf zitten. Ik breng je naar huis, — bromde hij, en de auto schoot vooruit.
Ze stopten bij een versleten flat aan de rand van de stad. Kirill stapte uit en opende netjes de deur voor haar.
Liza leunde op zijn arm, maar gleed plotseling uit en greep zijn overhemd vast. Blijkbaar had hij de auto bij een plas geparkeerd.
Een seconde later lagen ze in de modder, zij bovenop.
— Ben je helemaal gek?! — schreeuwde hij.
— Jij stond in de plas! — beet zij terug.
— Het is donker hier, ik zag niets!
Ze stonden op. Zijn hele pak zat onder de modder.
— Kom mee naar mij, — zei Liza. — De eigenaresse zal niet blij zijn, maar één keer kan wel. Je bent immers niet zomaar een man, maar mijn ‘man voor één avond’.
Kirill had er geen zin in om te lachen. Hij was bijna boos genoeg om haar te wurgen voor alle problemen van de avond, maar liep achter haar aan.
In het appartement werden ze begroet door de strenge gepensioneerde Anna Stepanovna:
— Liza, waarom zo laat? Wie is dit? Ben je mannen aan het verslepen?
— Oma Anja, dit is mijn ‘man’. Nou ja, geen echte man, we hebben ons gewoon zo voorgesteld aan zijn ouders…
De eigenaresse keek verbijsterd:
— Ben je wel bij je verstand?
— Anna Stepanovna, mag hij even douchen en dan weggaan?
De oude vrouw wuifde:
— Laat hem maar in bad gaan. Ik haal zo de kleren van de overleden Ivan Sergeevich.
— Niet nodig! — Kirill schrok. — Ik was me alleen en ga dan weg.
Een uur later droogde zijn kleding op het balkon, terwijl zij thee dronken in Liza’s kamer. Kirill bekeek doeken, ezels en verf.
