Een uitgeputte moeder en haar baby vallen tijdens een vlucht in slaap op de schouder van een CEO. Wat gebeurt er als ze wakker wordt en sprakeloos is?

Terwijl ze bij de bagageband stond te wachten en moeite had met het tillen van Lily, haar tas en haar koffer, hoorde ze een stem achter zich: « Laat me je helpen. » Ze draaide zich om – het was hem weer. Dezelfde man uit het vliegtuig, die haar koffer droeg alsof die niets woog.

Emily stamelde: “Dank je, maar ik kan het wel…”

« Je hebt al genoeg aan je hoofd, » onderbrak Alexander zachtjes. Hij keek naar Lily, die net wakker was geworden en begon te zeuren, en toen weer naar Emily, die op het punt stond in te storten.

Pas toen stelde hij zich voor: « Ik ben Alexander Grant. »

De naam zei Emily niets, hoewel bijna iedereen in de bagagehal zich omdraaide. Alexander Grant was een bekende naam in de financiële wereld: miljardair, visionaire CEO, formidabel onderhandelaar. Maar Emily, overweldigd, begreep de betekenis ervan niet.

« Emily Sanders, » antwoordde ze zachtjes. « En dit is Lily. »

Hij glimlachte, verbaasd over hoe natuurlijk het gebaar hem overkwam. « Ze is prachtig. »

Ze liepen samen naar de uitgang, waarbij Alexander erop stond de tassen te dragen. Emily probeerde zich niet ongemakkelijk te voelen, maar er was een onverwachte vriendelijkheid in hem die haar ontwapende.

Buiten, terwijl ze een taxi belde, aarzelde Alexander. Hij was niet gewend om vreemden persoonlijke aanbiedingen te doen. Toch trok iets aan deze vrouw – de manier waarop ze haar dochtertje vasthield, de stille kracht onder haar uitputting – hem aan.

« Emily, » zei hij plotseling voordat ze in de taxi stapte. Ze keek hem verbaasd aan. « Ik weet dat dit misschien vreemd klinkt, maar als je ooit hulp nodig hebt – welke hulp dan ook – hier is mijn kaartje. »

Emily staarde naar het elegante, gegraveerde kaartje in haar hand. Ze moest bijna lachen. Wie geeft er nou een visitekaartje aan een vreemde met een baby op een vliegveld?

Maar de oprechtheid in zijn ogen weerhield haar ervan het af te wijzen.

“Waarom… doe je dit?” vroeg ze zachtjes.