Elke avond belde mijn dochter, huilend smekend of ik haar mee naar huis wilde nemen.

Ik kon geen rust vinden. Nacht na nacht ging de telefoon; de pasgeborene huilde alsof haar borst gebroken was. Ik huilde ook, greep naar mijn hart, maar ik was bang voor de roddels als ik haar ging halen.

Op een ochtend was mijn grens bereikt. Ik maakte mijn man wakker en verklaarde vastberaden:

— “Ik moet nu gaan. Als haar schoonfamilie weigert, neem ik Kavya hoe dan ook mee naar huis.”

We reden in sneltempo van Lucknow naar het huis van zijn ouders, meer dan dertig kilometer verderop. Toen we bij de poort met rode tegels aankwamen, zag ik iets waardoor mijn wereld op zijn kop stond. Alles vervaagde en ik zakte weg op de grond van de binnenplaats.

In het midden lagen twee doodskisten naast elkaar, gedrapeerd in wit en versierd met goudsbloemen; wierookrook kringelde op uit het altaar en een rouwhoorn klonk jammerend.

Mijn man slaakte een wanhopige kreet, zag me en riep:

— “Oh God… Kavya!”

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie