“Vandaag niet, maatje. De volgende keer, echt waar.”
Mijn schoonzoon Matt liep door de gang en droogde zijn handen af aan een theedoek.
“Ellen! Net op tijd. Het eten is bijna klaar.” Hij boog zich voorover om ons, zoals gewoonlijk, een kus op de wang te geven.
Het eten verliep zoals gewoonlijk: Ben vroeg om meer knoflookbrood, Sarah spotte met Matt. Ik lachte, maar mijn gedachten waren ergens anders.
Sarah nam Ben mee naar boven voor een bad, terwijl Matt en ik in stilte de tafel afruimden.
“Nog meer wijn?” vroeg hij, terwijl hij de fles ophief.
“Tuurlijk.” Ik pakte het glas en haalde diep adem. “Matt, ik moet het vragen.”
Hij keek op en fronste zijn wenkbrauwen. “Ja?”
“Ik herken je. Er lagen bloemen van jou op Toms graf.”
Het glas in zijn hand bleef halverwege de vaatwasser staan. Hij zette het voorzichtig neer, zijn schouders hingen als een gewicht.
Wist je dit al lang?
Alleen vandaag. Maar de bloemen staan er al maanden. Elke vrijdag.”
Matt sloot zijn ogen en ging op een stoel zitten. “Ik wilde niet dat je het wist. Het was niet voor de show.”
“Waarom, Matt? Jij en Tom… jullie waren er nauwelijks.”
Hij keek op met tranen in zijn ogen. “Ellen, je hebt het mis. We waren er uiteindelijk dichtbij.”
Sarah kwam de trap af, maar bleef staan vanwege de spanning. “Wat is er aan de hand?”
Matt keek naar mij en toen naar zijn vrouw. “Je moeder weet van de begraafplaats.”
“Begraafplaats? Waar heb je het over?”
“De rozen die we die dag bij het graf van mijn vader zagen… Een jaar lang legde iemand daar elke week bloemen neer. Ik hoorde dat het vandaag Matt is.”
Sarah keek haar man verward aan. “Ga je naar het graf van papa? Elke week? Waarom heb je het me niet verteld?”
Matt schudde hem de hand op tafel. “Omdat ik de waarheid wilde verbergen. De nacht dat hij stierf…”
Mijn hart bonsde in mijn keel terwijl de kamer stil werd.
“Welke waarheid?” mompelde Sarah.
Matt haalde trillend adem. “Het kwam door mij dat je vader die nacht op straat was.”
Ik voelde me misselijk. “Wat bedoel je?”
