— Genoeg! Ik kan niet langer in deze varkensstal leven! — Michaïl smeet zijn jas op de bank, zonder te kijken of die erop bleef liggen of op de grond viel. — Hoe lang nog? Overal speelgoed, overal pap uitgesmeerd, constant gehuil!
Anna verstijfde bij het fornuis met de soeplepel in haar hand. De geur van kippensoep vulde de keuken — ze was bezig met het avondeten terwijl de kinderen in de kamer speelden. Sasja bouwde een toren van blokken, en kleine Liza probeerde die omver te duwen, wat opnieuw een conflict uitlokte tussen broer en zus.
— Misja, de kinderen zijn nog klein, — antwoordde ze zacht, zonder zich om te draaien. — Het is normaal dat het in een huis met kinderen…
— Normaal? — onderbrak hij haar. — Voor jou misschien wel! Maar ik werk me kapot, kom thuis — en wat zie ik? Weer die bende, weer jouw excuses! Weet je wat? Laten we scheiden. Neem je kinderen en verdwijn. Ik wil een normaal leven!
De lepel viel uit Anna’s hand en kletterde op de tegelvloer. Heet soep spatte op haar blote voeten, maar ze voelde geen pijn. In de deuropening verscheen Sasja, die angstig van zijn vader naar zijn moeder keek.
— Papa, waarom schreeuw je? — vroeg de jongen met trillende stem.
— Ga naar je kamer! — bulderde Michaïl, en Sasja rende snikkend terug.
Anna raapte de lepel op, veegde de vloer schoon en ging aan de keukentafel zitten. In haar hoofd flitsten herinneringen rond van hoe het allemaal begon. Zeven jaar geleden was Michaïl heel anders — aandachtig, zorgzaam, dromend van een groot gezin.
Ze leerden elkaar kennen op een verjaardagsfeest van gezamenlijke vrienden, en een half jaar later deed hij haar een aanzoek. Anna werkte toen als boekhouder in een groot bedrijf, haar carrière ging goed, maar toen Sasja geboren werd, nam ze zonder aarzelen zwangerschapsverlof.
— Maak je geen zorgen, liefje, ik zal voor ons allemaal zorgen, — zei Michaïl toen terwijl hij haar op het hoofd kuste. — Jij zorgt voor onze zoon. En weet je? Laten we er nog eentje krijgen, zodat Sasja een speelkameraadje heeft!
Anna twijfelde — ze wilde eerst terug aan het werk en op krachten komen, maar haar man drong aan. Toen Sasja twee jaar was, werd Liza geboren. Tijdens haar tweede verlof onderging het bedrijf een reorganisatie en werd Anna’s functie geschrapt. Ze probeerde een nieuwe baan te vinden, maar met twee kleine kinderen bleek dat bijna onmogelijk.
Michaïl begon te veranderen na de geboorte van hun dochter. Hij bleef steeds vaker laat op het werk, kwam thuis en sloot zich op in de slaapkamer met zijn telefoon. Op een dag zag Anna toevallig berichtjes — een of andere Svetlana stuurde hem lieve teksten.
— Je vertrouwt me niet? — schreeuwde Michaïl toen ze hem ermee confronteerde. — Ze is een collega! We werken aan een project! En jij met je achterdocht, ik word er gek van!
Vanaf dat moment bracht Anna het onderwerp nooit meer ter sprake. Ze wist hoe ze ervoor stond — zonder werk, zonder eigen woning. Voor het huwelijk woonde ze met haar moeder in een eenkamerappartement aan de rand van de stad. Haar moeder zou haar natuurlijk terugnemen, maar met z’n vieren in dat kleine appartement… onmogelijk. En het zomerhuisje van haar oma was alleen geschikt voor de zomer — een oud huis zonder verwarming, met een kachel die al tien jaar niet was gestookt.
— Nou? — Michaïl kwam terug in de keuken, inmiddels omgekleed. — Je hebt drie dagen. Pak je spullen en ga naar je moeder. Dit appartement is van mij, dat weet je heel goed.
De volgende drie dagen verbleef Michaïl bij een vriend en liet Anna alleen met de kinderen en haar gedachten. Ze liep rusteloos door het huis, niet wetend wat ze moest doen. ’s Avonds, als de kinderen sliepen, zat ze in de keuken en staarde naar de duisternis buiten.
Op een van die nachten begon Liza te huilen — ze werd vaak wakker van nare dromen. Anna nam haar in haar armen, wiegde haar en neuriede een slaapliedje. Sasja werd ook wakker en kroop tegen haar aan.
— Mama, waarom schreeuwde papa tegen ons? — vroeg hij slaperig. — Zijn wij stout?
— Nee, lieverd, jullie zijn de liefste, — Anna drukte de kinderen stevig tegen zich aan. — Papa is gewoon moe van zijn werk.
— Maar waar gaan wij wonen? Oma zei dat er bij haar weinig plaats is.
Anna kon niet antwoorden. De tranen zaten hoog, maar ze hield zich in. De volgende ochtend, terwijl de kinderen speelden, nam haar plan vorm aan. Wanhopig, misschien gek — maar de enige optie.
Ze begon haar spullen te pakken — kleren, documenten, een paar boeken. Ze liet alle kinderkleding liggen. Ze bestelde een taxi, bracht haar koffers naar beneden en kwam terug terwijl de kinderen pap aten.
— Lieverdjes, mama gaat even naar oma, — zei ze zo rustig mogelijk. — Jullie blijven bij papa, goed?
— Wanneer kom je terug? — vroeg Sasja ongerust.
— Snel, lieverd. Ik kom jullie elke dag zien.
