— En waarom denkt jouw moeder eigenlijk dat ze recht heeft op míjn appartement? Op een deel ervan? Dat is door MÍJN ouders gekocht, dus laat ze maar mooi haar mond houden!

— Eet je mee vanavond?
De vraag was alledaags, achteloos over haar schouder gesteld vanaf het fornuis, waar het vlees in de pan sissend lag te bakken. Marina draaide zich niet eens om toen ze hoorde hoe de sleutel in het slot omging. Maar het antwoord van haar man deed haar verstijven.
— Hè? Ja, natuurlijk.
Dat was niet zijn “ja”. Normaal gesproken liet Vadim, zodra hij binnenkwam, zijn vermoeidheid van buiten met zijn schoenen bij de deur achter. Vanaf de drempel begon hij vaak over zijn werk te vertellen, maakte hij grapjes of klaagde hij luid over de files. Maar nu klonk zijn stem dof en afwezig, alsof hij niet haar antwoordde, maar zijn eigen gedachten. Ze zette het vuur uit en draaide zich om.
Vadim stond in de gang, nog steeds met zijn jas half open. Zijn schouders hingen alsof hij niet alleen zijn laptoptas droeg, maar ook een paar zakken cement. Hij keek haar niet aan; zijn blik was naar de vloer gericht. De sleutels die hij uit zijn zak haalde, rinkelden dof toen hij ze op het kleine schoenenkastje liet vallen.
Marina voelde die bekende koude rilling langs haar ruggengraat. Zo keek hij wanneer hij slecht nieuws bracht. Geen rampen, nee. Maar die kleverige, nare problemen die altijd vanuit dezelfde hoek hun huis binnenkwamen. Vanuit de hoek van zijn moeder.
— Is er iets gebeurd op je werk? — vroeg ze, terwijl ze haar stem vlak probeerde te houden.
— Nee, op het werk is alles zoals altijd, — hij dwong zichzelf eindelijk tot een glimlach. Die glimlach was gespannen en zielig, en bereikte zijn ogen niet. Hij liep de keuken in, ging op een stoel zitten en schoof hem met een onaangenaam gekras naar achteren. — Het ruikt lekker. Je bent vast moe?
Hij probeerde te praten alsof er niets aan de hand was, maar de valsheid was bijna tastbaar. Marina leunde met haar heup tegen het aanrecht en sloeg haar armen over elkaar. Ze ging niet meespelen in dit toneelstuk. Ze kende deze truc: eerst haar waakzaamheid sussen met wat beleefdheden, en dan terloops laten vallen waar het eigenlijk om ging.
