Het dienstmeisje had stiekem een ​​pot goedkope rijst geel geverfd en het ‘gouden rijst’ genoemd, zodat de vier jongetjes zich prinsjes zouden voelen… Maar toen de miljardair eerder dan verwacht thuiskwam en het zag, verstijfde hij van schrik, want de jongens leken sprekend op hem, en deze ‘gouden rijst’ was het geheim dat hen in leven hield.

DE MILJONAIR KEERT EERDER TERUG DAN GEBRUIKELIJK

Een miljardair keerde drie uur eerder dan gebruikelijk thuis, rond lunchtijd. De sleutels gleden uit de handen van Alejandro de la Vega en vielen met een klap op de marmeren vloer. Binnen in het landhuis reageerde echter niemand. Hij bleef als aan de grond genageld staan ​​in de deuropening van de eetkamer, zijn bloed kookte van woede en was tegelijkertijd ijskoud.

Vijf jaar na de begrafenis van zijn vrouw Lucía was de geïmporteerde mahoniehouten tafel onaangeroerd gebleven… tot nu toe.

VIER JONGENS AAN ZIJN VERBODEN TAFEL

Elena, het jonge dienstmeisje in haar smetteloze blauw-witte uniform, was niet bezig het zilver te poetsen of af te stoffen. Ze zat aan tafel en gaf rustig vier identieke jongetjes van ongeveer vier jaar oud te eten, gekleed in opgelapte en geïmproviseerde kleren.

Hun ogen volgden zijn lepel alsof het het kostbaarste voorwerp ter wereld was. De maaltijd was niets bijzonders – gewoon gele rijst – en toch staarden de jongens ernaar alsof het goud was.

Elena fluisterde zachtjes: “Doe jullie mondjes wijd open, mijn kleine vogeltjes.”

Vervolgens zei hij met zachte stem: “Eet rustig aan. Er is genoeg voor iedereen vandaag.”

Ze droeg felgele huishoudhandschoenen – handen gemaakt om vloeren te schrobben – en toch gebruikte ze ze met zo’n moederlijke tederheid dat ze Alejandro’s keel dichtkneep.

vervolg op de volgende pagina