“Het perceel kies ík — ik ben de man! En jij geeft er gewoon geld voor,” zei de man gekwetst.

— “Het perceel van jouw vader,” Igor lachte schamper, maar er zat niets vrolijks in zijn lach. — “Natuurlijk. Dus mijn ouders zijn niet goed genoeg, maar de jouwe wel?”

— “Het gaat niet om de ouders!” Katja voelde hoe iets in haar begon te koken. — “Het gaat erom dat ik tien uur per dag werk zodat wij ons dit perceel kunnen veroorloven. En ik wil niet nóg vier uur elk weekend verspillen aan reizen!”

— “Ah, dát is het dus!” Igor stond op en begon zenuwachtig door de keuken te ijsberen. — “Dus jij onderhoudt ons? Ik ben zeker een soort kostganger?”

— “Dat heb ik niet gezegd…”

— “Niet gezegd, maar wél gedacht!” Hij draaide zich fel naar haar toe. — “Je denkt het elke dag! Elke keer dat jij de hypotheek betaalt, de boodschappen, alles!”

Katja zweeg. Ze kon niet liegen — soms dacht ze er inderdaad aan. Vooral op momenten van uitputting, als ze thuiskwam na een zware dienst in de schoonheidssalon en Igor op de bank zat met een biertje en klaagde over zijn lage monteursloon.

— “Weet je,” zei ze zacht, “misschien moet ik over dat perceel nadenken los van jou.”

Die woorden hingen in de lucht als een vonnis.

Igor bleef staan midden in de keuken. Zijn gezicht werd grauw.

— “Wat zei je net?”

— “Ik zei wat ik zei.” Katja hief haar kin. — “Als het voor jou zo belangrijk is in de buurt van jouw ouders te zijn, koop daar dan zelf iets. En ik koop een perceel in de buurt van mijn vader.”

— “Wij zijn een gezin!” riep hij. — “Of niet?”

— “Een gezin betekent dat beslissingen samen worden genomen, niet dat één iemand de regels bepaalt en de ander maar moet betalen!”

Igor greep zijn hoofd vast.

— “Katja, wat is er met je aan de hand? We houden toch van elkaar… We hadden toch toekomstplannen…”

— “Hadden,” knikte ze. — “Maar om een of andere reden kwamen al die plannen altijd neer op wat jouw ouders handig vonden.”

— “Mijn ouders?” Hij keek haar verbaasd aan. — “Wat hebben zij ermee te maken?”

— “Jouw moeder heeft al een plantenlijst gemaakt! We hebben geen enkele andere optie besproken! En zodra ik het woord ‘rationaliteit’ noemde, besloot jij meteen dat ik iets tegen jouw familie had!”

Katja liep naar de tafel en pakte haar jas van de stoel.

— “Waar ga je heen?” Igor schrok.

— “Naar mijn vader. Om het perceel nog eens te bekijken. En serieus na te denken over de aankoop.”

— “Katja, wacht…” Hij probeerde haar arm te grijpen, maar ze trok zich los.

— “Nee, ik wacht niet. Ik ben het zat dat mijn wensen en mijn geld geen gewicht hebben in onze gezamenlijke beslissingen.”

— “Maar dat is niet waar!” Hij sprong naar de deur en blokkeerde de uitgang. — “Het is gewoon… we hadden alles al besloten! Mijn ouders wachten, ze rekenen op ons…”