Het waren er vier, imposante figuren, gekleed in leer en dikke laarzen, die door een normaal gesproken stille ziekenhuisgang liepen. Terwijl ze passeerden, verstomden de gesprekken en keken de blikken omhoog. Maar achter hun imposante verschijning schuilde geen dreiging of provocatie, maar een diep menselijke intentie. Die dag waren deze motorrijders niet gekomen om lawaai te maken, maar om iets veel waardevollers te bieden: hun aanwezigheid, hun warmte, een belofte van menselijke solidariteit.
Een onverwachte ontmoeting in een ziekenhuisgang.
Léa was pas zeven jaar oud. Ze lag wekenlang in het ziekenhuis en onderging een beproeving die veel te zwaar was voor haar leeftijd. Geïsoleerd, zonder familie aan haar zijde, bracht ze haar dagen door in een onpersoonlijke kamer, onderbroken door behandelingen en wachten. Toen een verpleegster, geraakt door haar eenzaamheid, het idee kreeg om contact op te nemen met een motorclub die zich bezighield met liefdadigheidswerk, had niemand kunnen vermoeden hoeveel dit initiatief alles zou veranderen.
Toen de mannen Léa’s kamer binnenkwamen, dachten ze dat ze haar gewoon wat troost boden. In werkelijkheid waren zij het die diep ontroerd waren door de stralende ogen van dit kleine meisje, nieuwsgierig en moedig ondanks haar ziekte.
vervolg op de volgende pagina
