Het verhaal van de motorprinses

De geboorte van een gezin van het hart.
Al snel ontstond er een band, zonder grootse aankondigingen. Een glimlach werd uitgewisseld, een helpende hand werd geboden, een geruststellende aanwezigheid. De motorrijders begrepen dat Léa’s grootste behoefte was om zich niet langer alleen te voelen. Ze namen toen een eenvoudig en stil besluit: om regelmatig terug te komen.

Dag na dag bezochten ze hem. Ze vertelden hem over hun reizen, de eindeloze wegen en de vrijheid die motorrijden biedt. Ze brachten kleine cadeautjes, patches en verhalen vol avontuur mee. Beetje bij beetje veranderde de eens zo koude kamer in een levendige plek, gevuld met gelach en menselijke warmte.

“Hope,” zo noemde de motorprinses
Léa hen, een bijnaam die voor altijd in hun geheugen gegrift zal blijven: “Hope.” En ze riep zichzelf uit tot hun motorprinses. Op haar ziekenhuisjurk droeg ze een symbolische badge als bewijs van haar lidmaatschap van de club. Ze zei het vol trots: ooit zou ze op een motor rijden.

Al snel deelden andere clubleden het enthousiasme. De bezoeken namen toe, waardoor Léa’s kamer een van de vrolijkste op de afdeling werd. Voor het zorgteam dienden deze momenten als een herinnering aan hoe essentieel emotionele steun is tijdens het zorgtraject.

vervolg op de volgende pagina