Het verzoek van mijn dochter brak mijn hart: wat ik ontdekte maakte me sprakeloos.

Het volgende halfuur vertelde mijn dochter haar moeder alles. Ik zag hoe het gezicht van mijn vrouw veranderde van verward naar bezorgd en uiteindelijk in diep verdriet. Tegen de tijd dat onze dochter was uitgesproken, stonden de tranen over haar wangen.

‘Mijn liefste, vergeef me,’ zei ze tegen onze dochter, terwijl ze haar innig omhelsde. ‘Vergeef me dat ik je dit gevoel heb gegeven. Nooit, nooit in mijn leven had ik gedacht dat ik beter af zou zijn zonder jou. Jij bent het allerbelangrijkste dat ik heb.’

“Maar je zei toch dat alles zo duur was…”

‘Ja, dat heb ik gedaan,’ gaf mijn vrouw toe. ‘Want het is waar dat dingen geld kosten. Maar weet je wat? Er zijn dingen die onbetaalbaar zijn, en jij bent er één van. Ik zou duizend banen aannemen om ervoor te zorgen dat het goed met je gaat. Het maakt me niet uit of ik minder moet eten of oude kleren moet dragen, als jij maar gelukkig en gezond bent.’

Mijn vrouw keek me over het hoofd van onze dochter heen aan, en in haar ogen zag ik hetzelfde berouw dat ik voelde. We waren onachtzaam geweest. We hadden aangenomen dat onze dochter volwassen gesprekken niet zou begrijpen, dat ze te druk aan het spelen was om op te letten. En door die onachtzaamheid hadden we haar bijna het gevoel gegeven dat ze een last was.

‘Vanaf vandaag verandert er iets,’ zei ik vastberaden. ‘Geen gepraat over geld of problemen als zij erbij is. En als er iets is dat ons zorgen baart, praten we erover als ze slaapt of op school is.’

‘Ja,’ beaamde mijn vrouw. ‘En mijn liefste,’ zei ze tegen onze dochter, ‘als je nog eens iets hoort dat je in de war brengt of waar je je rot door voelt, beloof me dan dat je het ons meteen komt vragen. Oké?’

Onze dochter knikte, nu met een kleine glimlach op haar lippen.

‘Dus je wilt echt niet dat ik naar een weeshuis ga?’

‘Nooit,’ zeiden mijn vrouw en ik tegelijk.

Die nacht sliepen we met z’n drieën in ons bed. Mijn dochter lag in het midden, haar moeder aan de ene kant en mij aan de andere kant omhelzend. Voordat ze haar ogen sloot, zei ze iets wat ik nooit zal vergeten:

‘Papa, ik denk dat ik niet meer naar het weeshuis wil. Ik denk dat mijn plek hier is, bij jou.’

“Jouw plek zal altijd hier zijn, mijn liefste. Altijd.”