Ik had nooit gedacht dat de pasgeborene die ik bij een vuilnisbak vond, me ooit, 18 jaar later, naar het podium zou roepen.

Na de operatie kon ik wekenlang niet lopen.

John kwam zonder vragen terug naar huis. Hij kookte elke avond, bakte verse scones voor het ontbijt, deed de was en zat de hele tijd bij me tijdens de lange, pijnlijke uren.

“Ik sta achter je. Echt waar.”

Soms las hij me voor uit zijn biologieboeken. Andere keren zat hij gewoon, zachtjes iets neuriënd.

Op een avond bracht hij me een kom appeltaart met warme vla en ging op de rand van het bed zitten.

‘Mam, mag ik je iets vragen?’

“Natuurlijk, alles, mijn wonder.”

‘Mam, mag ik je iets vragen?’

“Als er ooit iets met je gebeurt… wat moet ik dan doen? Wie moet ik bellen?  De anderen? ”

Ik stak mijn hand uit en pakte de zijne vast, terwijl ik er zachtjes in kneep.

‘Je hoeft niemand te bellen,’ zei ik. ‘ Jij bent het al .’

Wie moet ik bellen?

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️