„…Ik kan niet meer, Sweta! Mijn vrouw leeft al op alleen pasta, en jij eist nog meer geld!” — mompelde Maksim tegen zijn zus.

Jelena bleef stil bij het fornuis staan terwijl ze de inhoud van de pan bleef roeren. Haar vingers klemden steviger om de houten spatel.

— Maksim, er waren geen andere. Alleen deze en goedkopere van honderdvijftig, maar die waren een rare kleur — grijs-groen, eerlijk gezegd.

— Is het niet bij je opgekomen om naar een andere winkel te gaan? — de stem van haar man werd steeds scherper. — Ik geef je geld niet om het door het raam te gooien! Gebruik je verstand, niet alleen dat deel waarop je zit!

Jelena draaide zich om en wierp een blik op het bord van haar man, waar kalfslapjes lagen van achthonderd roebel per kilo, verse groenten en een plak dure Zwitserse kaas van duizend tweehonderd.

— Ik begrijp het, lief. En jouw kalfsvlees, is dat misschien zelf in de koelkast gevlogen? Op de vleugels van de engelen van de zuinigheid?

— Doe niet zo slim! — Maksim sloeg met zijn vuist op de tafel, waardoor het zoutvaatje omhoog sprong. — Ik heb een verantwoordelijke baan, mijn hersens moeten in orde zijn, ik moet goed eten! En wat kost het jou om een goedkopere worst te eten? Jij zit thuis, poetst je nagels en spuugt naar het plafond!

Jelena wendde zich weer tot het fornuis en voelde iets donker en heet van binnen koken. Een jaar geleden had ze haar werk opgegeven op zijn bevel — “Een vrouw moet zich met huis en man bezighouden, niet als een zwerfkat door kantoren dwalen.” Nu ging elk centje via zijn controle, alsof het door een metaaldetector op het vliegveld moest.
— Maksim, misschien moeten we ons budget toch eens herzien? — stelde ze voorzichtig voor, zonder zich om te draaien. — Ik zou een baan kunnen zoeken…

— Zodat het thuis later op een varkensstal lijkt? — snuifde hij. — Nee, jouw taak is besparen. Morgen ga je naar Auchan, daar zijn aanbiedingen. En leer eindelijk eens besparen! Andere vrouwen voeden een gezin van tienduizend roebel!

— Andere vrouwen zijn niet getrouwd met andere mannen, — mompelde Jelena zacht.
— Wat mompel je daar? — Maksim keek argwanend.
— Niets. Ik denk na over de grillen van het lot en hoe moeilijk het is om de vrouw van een spaarzaam genie te zijn.

Maksim keek haar achterdochtig aan, maar besloot er niet verder op in te gaan. Hij pakte zijn jas en liep naar de deur.
— Ik ga naar Sergej om werkzaken te bespreken. Wacht niet op me. En maak morgen een normale maaltijd klaar, niet die rommel!