— Natuurlijk. Uit lucht en maanlicht. Of hebben we een magische bankrekening gekregen? — sprak Jelena in de leegte.
De deur klapte dicht. Jelena draaide het gas uit en ging op een stoel zitten. Op de pan lagen de te ver gebakken worsten — diezelfde “verschrikkelijk dure”. Ze pakte er een met een vork en keek er peinzend naar.
— Driehonderd roebel per kilo… — mompelde ze. — En zijn kalfsvlees — achthonderd. Interessante wiskunde hebben we in ons gezinsbudget.
Buiten regende het, en Jelena dacht plotseling dat het erg op haar leven leek — grijs, monotoon en eindeloos.
— Wees eerlijk, — Marina leunde over de tafel van het café en bestudeerde het gezicht van haar zus aandachtig, — hoeveel geeft hij jou per maand?
Jelena aarzelde en draaide met het lepeltje in haar kopje. Kleine bubbels op de oppervlakte van de koffie barstten zoals haar illusies over het gezinsleven.
— Twintigduizend. Soms iets meer — als hij goedgehumeurd is of er gasten komen.
— Voor het hele huishouden? — haar zus opende haar ogen wijd alsof ze een alien in slippers zag. — Lena, dat zijn toch centjes! Ik geef voor mezelf al zoveel uit! En hoeveel verdient hij?
— Hij zegt tachtig. Maar na de huur, benzine, zijn persoonlijke uitgaven… — Jelena haalde haar schouders op.
— Zijn persoonlijke uitgaven? — snuifde Marina bijna verslikt in de koffie. — En de jouwe? In een parallel universum?
Jelena haalde haar schouders op. Ze had geen persoonlijke uitgaven. Nieuwe kleding kocht ze één keer per jaar, en dan in de kringloopwinkel, cosmetica het goedkoopste van de drogist, kapper eens per half jaar, en dan nog bij een studente voor de halve prijs.
