„…Ik kan niet meer, Sweta! Mijn vrouw leeft al op alleen pasta, en jij eist nog meer geld!” — mompelde Maksim tegen zijn zus.

Jelena aarzelde en draaide met het lepeltje in haar kopje. Kleine bubbels op de oppervlakte van de koffie barstten zoals haar illusies over het gezinsleven.

— Twintigduizend. Soms iets meer — als hij goedgehumeurd is of er gasten komen.
— Voor het hele huishouden? — haar zus opende haar ogen wijd alsof ze een alien in slippers zag. — Lena, dat zijn toch centjes! Ik geef voor mezelf al zoveel uit! En hoeveel verdient hij?
— Hij zegt tachtig. Maar na de huur, benzine, zijn persoonlijke uitgaven… — Jelena haalde haar schouders op.
— Zijn persoonlijke uitgaven? — snuifte Marina bijna verslikt in de koffie. — En de jouwe? In een parallel universum?

Jelena haalde haar schouders op. Ze had geen persoonlijke uitgaven. Nieuwe kleding kocht ze één keer per jaar, en dan in de kringloopwinkel, cosmetica het goedkoopste van de drogist, kapper eens per half jaar, en dan nog bij een studente voor de halve prijs.

— Lena, mijn lieve, — Marina leunde dichterbij en verlaagde haar stem, — heb je er nooit over nagedacht dat hij… andere uitgaven kan hebben? Van meer intieme aard?
— Welke? — Jelena begreep echt niet wat ze bedoelde.

Marina zweeg even en zei toen voorzichtig:
— Nou, mannen… hebben soms iemand aan de kant. En dat kost veel. Cadeaus, restaurants, hotels… Een heel bedrijf om geld uit te trekken.
— Maksim? — Jelena schudde haar hoofd alsof ze een vervelende vlieg wegjoeg. — Nee, hij is een huismus. Werk-thuis, werk-thuis. Waar zou hij nog iemand anders moeten zoeken? Zijn fantasie reikt alleen tot het bekritiseren van mijn kookkunsten.
— Dus waar gaat het geld dan heen? — Marina fronste. — Tachtigduizend is een goed salaris. Zelfs als je huur en benzine aftrekt, blijft er nog genoeg over. De wiskunde klopt niet.

Jelena zweeg en roerde langzaam in haar koffie. Marina had gelijk, maar het idee dat haar man haar zou bedriegen, leek ongelooflijk. Maksim was voorspelbaar als een Zwitsers horloge — ’s ochtends naar het werk, ’s avonds thuis met een zuur gezicht en klachten over het eten, in het weekend naar vriend Sergej of zus Sveta.

— Misschien spaart hij voor iets groots? — stelde Marina voor. — Voor een nieuwe auto, een vakantiehuis met zwembad? Een vlucht naar de ruimte?
— Ik weet het niet, — antwoordde Jelena zacht.
— Hij zegt helemaal niets. Het afgelopen jaar praten we bijna niet. Alleen “geef me het zout” en “waarom alweer pasta?”

Marina legde haar hand over die van Jelena — warm, zacht, vertrouwd.