„…Ik kan niet meer, Sweta! Mijn vrouw leeft al op alleen pasta, en jij eist nog meer geld!” — mompelde Maksim tegen zijn zus.

— Lena, zonnetje, je moet de waarheid uitvinden. Je kunt niet leven in het donker, als een mol in zijn hol. Je hebt het recht om te weten waar het geld van je gezin naartoe gaat.
— En als ik iets… slechts ontdek? — Jelena hief haar ogen op, vol bezorgdheid.
— Dan neem je een beslissing. Maar in onwetendheid leven is geen leven, het is bestaan.

Thuis dwaalde Jelena door de kamers, het gesprek met haar zus bleef door haar hoofd malen, als een versleten plaat. Waar gaat het geld werkelijk heen? Maksim had haar nooit loonstroken of bankafschriften laten zien, alleen algemene cijfers, en dat nog met tegenzin, alsof hij staatsgeheimen prijsgaf.

— Ik weet het niet, — antwoordde Jelena zacht. — Hij zegt helemaal niets. Eigenlijk praten we het laatste jaar bijna niet met elkaar. Alleen “geef het zout door” en “waarom weer pasta”.

Marina legde haar hand over die van haar — warm, zacht, zo vertrouwd.

— Lena, zonnetje, je moet de waarheid achterhalen. Je kunt niet in het duister leven, als een mol in zijn hol. Je hebt het recht om te weten waar het geld van jouw gezin naartoe gaat.

— En wat als ik iets… slechts ontdek? — Jelena hief haar ogen, vol bezorgdheid.

— Dan neem je een beslissing. Maar leven in onwetendheid is geen leven, dat is slechts bestaan.

Thuis liep Jelena door de kamers; het gesprek met haar zus liet haar niet los, het bleef als een kapotte plaat in haar hoofd draaien. Waar gaat het geld echt naartoe? Maksim liet haar nooit loonstroken of bankafschriften zien, sprak alleen over algemene bedragen, en zelfs dat met tegenzin, alsof hij staatsgeheimen prijs gaf.

Ze maakte schoon in het kantoor van haar man, voorzichtig om zijn heilige der heiligen heen — het bureau. Maksim verbood haar daar iets aan te raken, alleen het afstoffen was toegestaan.

Terwijl ze onder het bureau stofzuigde, bukte ze zich om een gevallen potlood op te rapen en zag een wit papiertje ver onder het bureau verstopt. Ze pakte het — een bankafschrift van de vorige maand.

Jelena ging ter plekke op de grond zitten en begon het document met trillende handen te bestuderen. Salaris ontvangen — achtenzeventigduizend. Ja, hij had niet gelogen. Nutsvoorzieningen — achtduizend. Benzine — vijfduizend. Boodschappen — drieduizend. En verder…

Regelmatige overboekingen van twintigduizend roebel, twee keer per maand. Ontvanger — iemand genaamd A.S. In totaal veertigduizend per maand.

Haar handen trilden zo dat het papier ritselde als herfstbladeren. Dus had Marina gelijk? Maksim had echt geheime uitgaven. Maar wie was die mysterieuze A.S.?

Jelena las het afschrift opnieuw, op zoek naar begrip. Een minnares? Maar waarom dan officiële banktransacties en geen contant geld? Zou het niet veiliger zijn om zulke uitgaven te verbergen?