Ik stopte haar bij 240 km/u, pakte mijn bonnenboekje en zag toen de glinsterende plas op haar vloer. Ik realiseerde me dat ik nog maar een paar seconden had om twee levens te redden.

‘Ja… ik… ja,’ zei ze, haar ademhaling kort en krachtig bij elk woord.

“Rijbewijs en kentekenbewijs, alstublieft.”

Met trillende hand gaf ze ze me aan. Toen ik me verplaatste om erin te kijken, zag ik iets wat ik niet had verwacht.

De plas op de vloer.
Een grote, donkere plas glinsterde onder haar voeten en trok in de vloermat. Even dacht ik aan remvloeistof, een lekkage, elk mechanisch probleem dat ik kon oplossen. Maar de geur en de kleur vertelden een ander verhaal. Haar buik, onder een te grote hoodie, bewoog op een eigen ritme. Ze trok een grimas, greep het stuur vast en liet een zacht geluid horen dat meer deed denken aan een verloskamer dan aan een verkeerscontrole.

“Mijn… mijn vliezen zijn gebroken… ik denk dat ze gescheurd zijn,” fluisterde ze. “En de weeën… oh mijn God… vier minuten. Misschien drie…”

Alles in mij sloeg in één klap om. De opsporingsoproep verdween. De procedure werd aangepast. Ik had niet langer te maken met een roekeloze bestuurder; ik bevond me op de rand van een medisch noodgeval.

Van politieagent naar ambulancebroeder:
“Oké. U heeft op dit moment geen problemen,” zei ik met een langzame, kalme stem. “Wat is uw naam?”

“Lena,” hijgde ze.

“Lena, ik ben agent Carter. We gaan je helpen. Adem met me mee. Adem in… en adem uit.”

Ik gebaarde mijn partner op te staan. “Medisch noodgeval. Verloskunde,” zei ik, en hij had al contact met de alarmcentrale: vrouw, vergevorderde zwangerschap, gebroken vliezen, weeën om de vijf minuten, kilometerpaal 42. Ik opende mijn kofferbak om de EHBO-doos te pakken – deken, handschoenen, reflecterende driehoeken – en schoof de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren.

‘Kunt u aan de passagierskant gaan zitten?’ vroeg ik. ‘We laten u even liggen om de druk te verlichten.’

Ze knikte, haar tanden op elkaar geklemd. We hielpen haar zich om te draaien. Haar telefoon trilde onnodig in de bekerhouder, het scherm veranderde in een spinnenweb – ze kon onmogelijk bellen.

vervolg op de volgende pagina