Andrej liep door het appartement, repeteerde zijn toespraak. Hij was boos. Gekwetst. Vernederd tegenover zijn broer. Maar hij was ook in de war — want voor het eerst in zeven jaar huwelijk was Lena gewoon weggegaan. Ze had niet geruzied, niet geprobeerd te praten. Ze was gewoon opgestaan en vertrokken.

Ze kwam precies een uur later terug. Ze zag er rustig uit. Té rustig.
— Hoi, zei ze terwijl ze haar jas uittrok.
— Hoi, Andrej kruiste zijn armen. — Nou? Ben je tevreden?
— Tevreden waarmee?
— Dat je een voorstelling hebt gegeven voor mijn familie. Ze zijn vanmorgen vertrokken. Katja is beledigd. Dmitri vindt dat je onze familie niet respecteert.
— Ik respecteer jullie familie niet, herhaalde Lena vlak. — Helder.
— Lena, wat doe je? Hij stapte naar haar toe. — Begrijp je dat het mijn broer is? Dat het mijn familie is?
— Dat begrijp ik.
— En het kan je niks schelen, hè? Kan je niks schelen dat ik me nu voor hen moet verantwoorden?
— Heb jij je ooit voor mij verantwoord? Lena keek hem recht aan. — Toen je zei dat ik twee uur had om een tafel vol eten te maken? Toen je me niet eens vroeg of ik het wel wilde, dat ze kwamen?
— Ik hoef geen toestemming te vragen om mijn broer uit te nodigen!
— Je hebt je broer niet uitgenodigd. Hij besloot zelf te komen. En jij vroeg niet of het mij uitkwam. Jij stelde me voor een voldongen feit en gaf me een bevel.
— Omdat je mijn vrouw bent! Andrej verhief zijn stem. — En het is normaal dat een vrouw voor de gasten kookt!
— Het is normaal wanneer een vrouw kookt omdat ze dat wíl, Lena’s stem was zacht maar vast. — Niet omdat het haar wordt opgedragen. Ik ben geen dienstmeid in dit huis, Andrej.
— Niemand ziet jou als een dienstmeid!
— Echt? Lena glimlachte bitter. — Waarom heb je dan nooit voorgesteld om samen te koken? Waarom kwam het je niet in je hoofd om zelf de gasten te ontvangen? Waarom was je eerste gedachte altijd: “Lena kookt wel”?
— Omdat jij beter kookt! Omdat jij thuis bent! Omdat het logisch is, verdomme!
— Logisch, knikte Lena. — Dus het is logisch dat ik mijn werk laat vallen? Logisch dat ik mijn hele dag opoffer? Logisch dat ik de kinderen bezig houd terwijl jij met je broer bier drinkt?
— Lena, je overdrijft…
— Nee, Lena schudde haar hoofd. — Ik overdrijf niet. Ik zeg gewoon voor het eerst in lange tijd “nee”. En dat bevalt je niet.
— Het bevalt me niet dat je mij voor schut hebt gezet tegenover mijn familie!
