Mijn vrouw, Sarah, verliet me toen de medische kosten zich opstapelden na de vroeggeboorte van Noah. Kort daarna verloor ik mijn baan in de bouw toen het bedrijf failliet ging. De ene ramp volgde de andere op, totdat ik niets meer over had.
Opeens woonden we alleen nog met mijn drie kinderen in een oude, roestige bestelwagen die ‘s ochtends bij koud weer nauwelijks startte.
Jace, mijn zevenjarige, deed zo zijn best om de rol van ‘de man des huizes’ op zich te nemen. Lily, die tien was, klaagde nooit, hoewel ik wist dat ze haar eigen bed en haar danslessen miste. En Noah, nog maar drie, was te jong om te begrijpen waarom ons leven zo drastisch was veranderd. De meeste dagen hadden ze meer kracht in hun kleine lijfjes dan ik.
