— Een vrouw moet altijd een vrouw blijven! Kijk eens hoe je jezelf hebt verwaarloosd! — berispte mijn schoonmoeder mij weer, toen ik uit de kamer kwam met verward haar en een van de verkoudheid rode neus.
Ik was al vier dagen ziek en zag er beroerd uit. Maar volgens de reactie van Valentina Petrovna had ik haar bijna in avondjurk, met kapsel en brood en zout op een geborduurde doek moeten ontvangen.
— Wat een kleinburgerlijke gewoontes, sokken stoppen! Je verdient genoeg om nieuwe voor Maksim te kopen! — viel Valentina Petrovna me een andere keer aan.
— Ze slijten bij hem snel, en ik zie er niets schandelijks in om een klein gaatje in de hiel dicht te maken.
— Je bent verhuisd, maar je dorpse aard is in jou gebleven! En je hebt een universiteit afgerond die niemand kent, werkt ergens waar niemand van gehoord heeft, en in het algemeen… Wat mijn zoon ooit in jou heeft gezien, begrijp ik niet. Zo’n getalenteerde jongeman, een geboren pedagoog, met zo’n voortreffelijke opleiding destijds.

Ik zuchtte diep, zonder te proberen mijn schoonmoeder te overtuigen van mijn opleiding, de waarde van mijn beroep, of hoe goed ik het huishouden deed. Mijn strategie van geduld leverde resultaat op — conflicten met Valentina Petrovna kwamen niet vaak voor.
Toch verminderde dit de opgebouwde bitterheid jegens deze vrouw niet. Bovendien koos Maksim meestal de kant van zijn moeder, en soms leek het alsof ik voor altijd een bijfiguur in zijn leven zou blijven.
Hij was het enige kind van Valentina Petrovna. Maksims vader wilde niet met haar trouwen, wat in die tijd volkomen ongebruikelijk was. Een alleenstaande moeder had het erg zwaar, vooral omdat de baby met veel gezondheidsproblemen ter wereld kwam. Daardoor bracht Valentina Petrovna haar jeugd, die samenviel met Maksims kinderjaren, door in ziekenhuizen en slapeloze nachten. De band tussen moeder en zoon was dus ongelooflijk sterk, en ik kon weinig doen om de aandacht van mijn man op mezelf te vestigen.
Mijn schoonmoeder had een ruim huis in een particuliere wijk. Haar vader was ooit een bekend wetenschapper en had al in de Sovjettijd een aanzienlijk inkomen. Na zijn overlijden, en later dat van Valentina Petrovna’s moeder, erfde mijn schoonmoeder als enige erfgenaam meerdere appartementen en twee buitenhuizen. Door alles te verkopen, kocht Valentina Petrovna zichzelf een prachtig herenhuis.
Maar omdat ze nu leefde van de rente van kleine spaartegoeden en haar onderwijspensioen, kon ze een grondige renovatie van zo’n woning niet betalen. Toch brandde mijn schoonmoeder van verlangen om het te realiseren.
— We zouden mama moeten helpen met de renovatie… — opperde mijn man eens voorzichtig over dit onderwerp.
