— Lada, we dachten dat we van het geld van de verkoop van jouw woning de renovatie voor mama konden vernieuwen — zei mijn echtgenoot tegen mij.

Maar omdat ze nu leefde van de rente van kleine spaartegoeden en haar onderwijspensioen, kon ze een grondige renovatie van zo’n woning niet betalen. Toch brandde mijn schoonmoeder van verlangen om het te realiseren.
— We zouden mama moeten helpen met de renovatie… — opperde mijn man eens voorzichtig over dit onderwerp.

— Maksim, wij zijn van plan een huis te kopen op krediet, het wordt tijd om aan kinderen te denken. Als jouw moeder zich haar herenhuis niet kan veroorloven, laat haar dan verhuizen naar een bescheidener woning, en klaar is Kees. Iedereen zal er beter van worden. Ze verveelt zich in haar paleis, vindt niets om te doen en bemoeit zich met onze zaken.

— Natuurlijk, dat klinkt logisch, maar ze is gehecht aan haar huis. En jij hebt een buitenhuis…

— Het buitenhuis heb ik geërfd van mijn grootvader, daar valt helemaal niet over te praten! — onderbrak ik hem scherp.

Ik had inderdaad een buitenhuis, al stond er een redelijk oud huis op. Het lag in een volkstuincomplex en had ooit mijn grootvader toebehoord, die hierheen was verhuisd na het overlijden van mijn grootmoeder.

Mijn grootvader had in zijn jonge jaren vaardige handen en was uitstekend in houtbewerking. Ondanks het verstrijken van de jaren stond het ruime tweeverdiepingenhuis nog stevig overeind, en de houtsnijwerken waren eindeloos bewonderenswaardig.

De fruitbomen en bessenstruiken, geplant door mijn grootmoeder, waren inmiddels wild geworden. Maar ik had geen haast om afstand te doen van het huis — soms verhuurde ik het aan buren, die er groenten en andere gewassen verbouwden, waardoor de grond niet volledig verwaarloosd raakte.

Het was buitengewoon onaangenaam voor me dat Maksim daar nu ineens over begon. Denkt hij serieus dat ik de herinnering aan mijn grootvader zou verkopen? Mijn hele jeugd bracht ik door in dit buitenhuis om te rusten en mijn grootouders te helpen. Het was een plek van kracht, vreugde en herinneringen aan overleden familieleden.

— Suggereer je dat ik het moet verkopen? — vroeg ik mijn echtgenoot tijdens het avondeten.

Hij haalde zijn schouders op, terwijl hij mijn blik vermeed:
— Nou, dat zou genoeg zijn om de renovatie van de hal en de slaapkamer van je moeder te betalen. Voor meer, natuurlijk, niet.

— Ik herhaal het nog eens: laat haar verhuizen naar een appartement en niet voor onze deur staan met een uitgestoken hand!

Het leek alsof het onderwerp hiermee was afgesloten, en een tijd lang bracht mijn man het niet meer ter sprake. Juist op dat moment begon een drukke periode op mijn werk, en ik rende me helemaal suf, bedolven onder documenten en eindeloze telefoontjes van klanten.

Ons bedrijf verkocht kantoorartikelen, en augustus was altijd hectisch en chaotisch. Ze konden me zelfs laat op de avond bellen, wat mijn man enorm irriteerde.