Ik stond midden in de slaapkamer. In de ene hand de lege envelop, in de andere de bon van die motor.

Er knapte iets vanbinnen. Weet je — er waren geen schreeuwen, geen tranen. Het was alsof er in mijn ziel een schakelaar werd omgezet. Klik — en stilte.
Dertig jaar lang was ik “de makkelijke Ljoeda”.
Ljoeda die het wel begrijpt.
Ljoeda die wacht.
Ljoeda die nog een jaartje op één kant kauwt, omdat Valera het “harder nodig heeft” — hij heeft vissen, hij heeft stress, hij heeft “mannenbroederschap”.
Hij nam niet alleen geld. Hij nam mijn gezondheid en mijn geduld. En nu ligt hij daar ook nog, zwakte te spelen, terwijl hij dondersgoed weet dat hij gisteren alles tot de laatste roebel aan zijn speeltje heeft uitgegeven.
— Ljoe-oe-oe-da! — zijn stem werd luider. — Breng die bouillon!
Dienst niet beschikbaar
Ik ging terug naar de keuken.
Op het fornuis kookte de pan vrolijk. Een goudkleurige, heldere bouillon — met een takje dille — precies zoals hij het lekker vindt. Perfecte zorg voor een perfecte egoïst.
Ik liep naar het fornuis. Keek naar de gekookte kippenpoot die zielig boven het water uitstak.
“Dienst tijdelijk niet beschikbaar,” flitste er door mijn hoofd.
Ik draaide het gas uit. Pakte de pan aan de hete handvatten, zonder ook maar naar een pannenlap te zoeken — de woede was veel sterker dan de hitte. Liep naar de gootsteen.
Een vergiet had ik niet nodig.
Ik kantelde de pan, en de goudkleurige vloeistof waar ik twee uur aan had staan werken, stroomde borrelend het afvoerputje in. De kip plofte met een doffe klap in de natte gootsteen. Gekookte wortel en ui volgden erachteraan.
Ik zette de koude kraan aan en spoelde de sporen van mijn werk weg.
— Ljoeda, kom je nou? — riep Valera al met een geïrriteerde ondertoon. — Ik sta zo op!
Ik droogde mijn handen af. Pakte mijn telefoon. Opende de bezorgapp.
Mijn vinger bleef hangen boven “Pizza”, maar ik bedacht me. Nee. Vandaag geen deeg.
Ik koos het duurste Japanse restaurant in onze buurt. De set “Keizerlijk”. Paling, zalm, coquille, kaviaar.
Prijs: 4.800 roebel.
Ik drukte op “Bestellen”. Betaling met de creditcard van mijn man, die aan mijn telefoon gekoppeld is “voor het huishouden”.
Er kwam een melding: “Je bestelling is ontvangen. Verwacht de bezorger over 40 minuten.”
Ik ging aan de keukentafel zitten, legde de bon van de motor voor me neer en drukte hem vast met een zware kristallen suikerpot.
— Ljoeda!!!
— Ik kom eraan, Valera, — zei ik zacht, maar in het lege appartement klonk mijn stem onverwacht stevig.
Ik nam geen dienblad. Ik nam geen drankjes. Ik streek mijn haar glad, keek naar mijn spiegelbeeld in het donkere raam — een vermoeide vrouw die veel te lang lief is geweest — en liep de woonkamer in.
Een eerlijk gesprek
