— Maak de kamer vrij voor je schoonzus, ze heeft nergens om te wonen! — verklaarde mijn schoonmoeder, en mijn man steunde haar. Maar ze konden zich niet voorstellen hoe ik zou reageren.

AnnaV. Het klonk als een vreemd, buitenlands woord. Een naam die zij nog nooit hadden gehoord. Valentina Borisovna hief, alsof in slow motion, haar hoofd op en keek naar het keukenraam op de tweede verdieping. Ze zag Anna niet, maar ze wist dat zij daar stond en naar hen keek. Op dat moment begon het tot haar door te dringen.

Een uur later kwam Anna naar beneden. Op de binnenplaats gonste het nog steeds als een bijenkorf van opgewonden koopsters die hun “trofeeën” al aan het tellen waren. In Anna’s handen was een grote, mooie schoenendoos. Ze liep naar het bankje waar haar man en schoonmoeder met een verbijsterde, verloren blik zaten en zette de doos zwijgend naast hen neer.

De doos was al half gevuld met netjes opgevouwen stapels geld. Ilja keek naar het geld en daarna naar zijn vrouw.

Tegen de avond was alles verkocht. Lege tafels en een eenzame kledinghanger stonden verlaten midden op de binnenplaats. Ilja en Valentina Borisovna zaten in de keuken. Voor hen op tafel lagen de bankbiljetten, keurige bundels bijeengehouden met elastiekjes.

Zwijgend telden ze het geld al voor de derde keer. Hun handen trilden licht. Het bedrag was onwerkelijk groot. Het was ruimschoots genoeg — niet alleen voor een eerste aanbetaling, maar voor een jaar huur van een goede eenkamerwoning voor Lena.

 

De volgende dag, zondag, klopte haar schoonmoeder aarzelend op de deur van Anna’s atelier. Valentina Borisovna kwam binnen, van het ene been op het andere wiegend. Ze zweeg lange tijd en keek naar de lege rekken. Daarna zei ze zacht, zonder Anna aan te kijken:

— Anja, zou jij… zou jij voor mij een jurk kunnen naaien? Voor een jubileum. Van mijn zus, binnenkort. Gewoon iets eenvoudigs… Ik zal betalen.

Dat simpele “ik zal betalen”, met moeite uitgesproken, was haar verontschuldiging en haar erkenning van de waarde van Anna’s werk — de enige die ze nu begreep.

— Natuurlijk, Valentina Borisovna, — antwoordde Anna even zacht. — Morgen nemen we de maten op.