Maar op de huwelijksnacht klonk er een vreemde kreet uit de slaapkamer, en wat ik zag liet me sprakeloos achter…

Toen mijn zus trouwde en ik een vaste baan in São Paulo vond, had hij eindelijk tijd om voor zijn eigen leven te zorgen. Toen, op een novemberavond, belde hij ons op met een stem die ik al jaren niet meer had gehoord: warm, hoopvol, bijna verlegen.

“Ik heb iemand ontmoet,” zei hij. “Haar naam is Larissa.”

Mijn zus en ik waren in shock. Larissa was dertig jaar oud, half zo oud als mijn vader.

Ze werkte als accountant bij een plaatselijke verzekeringsmaatschappij, was gescheiden en had geen kinderen. Ze hadden elkaar ontmoet tijdens een yogales voor senioren in het buurthuis.

Aanvankelijk dachten we dat ze misschien misbruik van hem maakte. Maar toen we haar ontmoetten – vriendelijk, beleefd, met een zachte stem – viel ons op hoe ze naar mijn vader keek. En hoe hij naar haar keek. Het was geen medelijden. Het was rust.

De ceremonie vond plaats in de tuin van ons ouderlijk huis, onder een grote mangoboom versierd met lichtjes. Niets extravagants, gewoon een eenvoudige bijeenkomst van vrienden en familie, gebraden kip, koude drankjes, gelach en een paar tranen.

Larissa droeg een lichtroze jurk, haar haar was opgestoken en haar ogen fonkelden van tederheid. Mijn vader leek nerveus maar gelukkig, als een jonge man die voor het eerst verliefd is.

vervolg op de volgende pagina