Maar op de huwelijksnacht klonk er een vreemde kreet uit de slaapkamer, en wat ik zag liet me sprakeloos achter…

Die avond, terwijl iedereen aan het opruimen was, grapte mijn zus:

“Papa, probeer vanavond geen lawaai te maken, oké? De muren zijn dun!”

Hij lachte en antwoordde:

“Ach, bemoei je met je eigen zaken, jij kleine deugniet.”

Vervolgens pakte hij Larissa’s hand en ging de grote slaapkamer binnen, dezelfde kamer die hij meer dan dertig jaar met mijn moeder had gedeeld. We hadden voorgesteld om de kamer voor de bruiloft opnieuw in te richten, maar hij weigerde.

“Het zo laten geeft me een gerust gevoel,” zei hij.

Rond middernacht werd ik wakker door een geluid. Ik dacht dat het de wind was… of misschien een kat in de tuin. Maar plotseling… een gil. Hoog. Verschrikkelijk.

Mijn zus en ik sprongen uit bed en renden naar de kamer van mijn vader. Achter de deur hoorden we Larissa’s trillende stem:

“Nee! Alsjeblieft… doe dat niet!”

Ik duwde de deur open.

En wat ik zag… maakte me sprakeloos.

vervolg op de volgende pagina