— Mam, dit is míjn appartement! Dacht je echt dat ik jullie spelletjes met Sveta zou blijven verdragen? Het is klaar. Maak de woning vrij.
— Ben je helemaal gek geworden, Ilja?! — de stem van zijn moeder sneed door de lucht als een mes. — Je weet dondersgoed dat het appartement niet alleen van jou is!
— Mam, — Ilja leunde tegen de keukendeurpost, zijn armen over elkaar, — daar ga je weer. Laten we het drama achterwege laten, goed? Geef me gewoon de documenten.
— Welke documenten? — ze draaide zich niet eens om. Ze stond bij het fornuis, roerde in een pan met macaroni en ademde gejaagd, alsof ze net had hardgelopen. — Je vergist je vast: dit is niet jouw kantoor waar je kunt commanderen. Dit is mijn huis.
— En het appartement aan de Prudnaja? Van wie is dat?
— Van mama. Van de overledene.
— Nee, mam, — zei hij rustig. — Van mij. Nu van mij.
Ze draaide zich abrupt om. Haar gezicht stond woedend, maar haar ogen waren moe en rood, alsof ze de hele nacht niet had geslapen.
— Lieve hemel, hoor je jezelf eigenlijk wel? Je moeder is nog niet eens fatsoenlijk begraven en jij bent de papieren al aan het verdelen.
— Papieren zijn jouw terrein, — Ilja knikte naar de tafel, waar bonnetjes, rekeningen en verklaringen lagen. — Ik wil gewoon meenemen wat toch al van mij is.
— Het is niet alleen van jou! — schreeuwde ze. — Je hebt een zus.
— Klopt, — knikte hij. — Een zus met drie kinderen, een eeuwig zeurende man en de gewoonte om op andermans kosten te leven.
