— Mam, dit is míjn appartement! Dacht je echt dat ik jullie spelletjes met Sveta zou blijven verdragen? Het is klaar. Maak de woning vrij.

— Waag het niet zo over Anja te praten! — ze sloeg met de lepel tegen de rand van de pan, waardoor sausdruppels over het fornuis spatten. — Zij is moeder! Voor haar is het moeilijker!

— Mam, en voor mij dan? Is het voor mij makkelijker? Ik werk me al drie jaar zonder vrije dagen kapot om enigszins uit de schulden te komen. Niemand heeft geholpen. En niemand was dat van plan.

Ze zuchtte, ging aan tafel zitten en liet de lepel uit haar hand vallen.

— Je weet toch dat oma wilde dat jullie alles eerlijk zouden delen.

— Hou op met die sprookjes. Ze heeft een testament achtergelaten. En als jij daar moeite mee hebt, is dat jouw probleem.

— Testament, — parodieerde ze. — Jij hebt haar zeker wijsgemaakt dat ik nooit bij haar op bezoek ging.

— Ging je dan?

— Ik heb werk! Ik kan niet, zoals jij, thuis zitten knoeien met een laptop op schoot!

— Nee, maar oordelen kun je wel.

Hij liep naar het raam. Oktober in Moskou is wanneer de lucht grijs is, de plassen glanzen en de bladeren bijna allemaal zijn gevallen. In de verte rinkelen trams, het ruikt naar nat asfalt en naar iets zuurs uit het trappenhuis naast de deur.

Zijn moeder zweeg. Alleen het getik van de oude wandklok met Sovjet-wijzerplaat was te horen.

— Mam, — zei hij uiteindelijk zonder zich om te draaien, — ik wil gewoon rustig leven. In dat appartement. Alleen. Zonder jullie, zonder Anja, zonder geschreeuw en verwijten.

— Anja zit met de kinderen in één kamer! — ze sprong overeind. — Besef je wel hoe zwaar ze het hebben?

— Het kan me niets schelen, mam! — hij barstte los. — Ik ben het zat om altijd de schuldige te zijn! Mijn hele leven ben ik degene die ‘begrijpt’. Als Anja iets nodig heeft — begrijp ik het. Als jij wilt dat ik help — begrijp ik het. Als jouw Vasja weer zit te drinken — begrijp ik het ook. Maar als ik gewoon een beetje rust nodig heb, begrijpt niemand iets!

Ze klemde haar vingers om de rand van de tafel.

— Vasja is trouwens als een vader voor jou.

— Vasja is als een televisie: hij schreeuwt en je krijgt hem niet uit.

— Waag het niet!

— En anders? Ga je weer stoppen met me te praten? Graag!

Er viel een stilte. Buiten sloeg iemand een deur dicht, ergens boven begon een kind te huilen. In het appartement hing de geur van overkokende saus en woede.

— Ilja, — zei zijn moeder plots rustig, bijna zacht. — Ik wil geen ruzie met je. Ik vraag je alleen… wees menselijk. Geef je zus een kans.