Die nacht droeg hij haar voorzichtig naar hun kamer. Zijn aanraking was niet gehaast, niet gretig, maar zorgzaam – hij hielp haar om zachtere kleren aan te trekken. Toen hij de jurk van haar schouders schoof, bleven zijn ogen als bevroren.
Aan de linkerkant van haar borst zag hij een tatoeage: delicate Franse woorden gegraveerd boven een fragiele, bladloze boom waaruit nieuwe scheuten ontsproten.

Michaels keel snoerde zich samen. Hij had jaren geleden in Frankrijk bouwkunde gestudeerd, dus hij begreep het meteen. Tranen vertroebelden zijn zicht terwijl hij met zijn vingertoppen de inktlijn volgde.
Emily bloosde en trok de deken over zich heen, maar hij pakte haar hand voorzichtig vast. ‘Wanneer heb je dit gekregen?’
‘Na het ongeluk,’ mompelde ze.
