
Mijn drie ‘blinde’ dochters zouden mijn gezicht nooit zien — totdat ze door een druk park naar een slapende vrouw op een bankje renden en haar vroegen: ‘Oma, waarom heeft papa ons nooit over jou verteld?’ En wat er daarna gebeurde, zette mijn wereld op zijn kop.
En toen hoorde ik haar.
“Oma! Oma!” riepen ze in koor, hun stemmen vol vreugde, alsof ze haar al hun hele leven kenden.
Ik verstijfde.
De vrouw stond langzaam op, haar handen trilden, en opende haar armen. Mijn dochters wierpen zich in haar armen alsof ze thuiskwamen.
Toen ik me bij hen voegde, klopte mijn hart zo snel dat ik moeite had met praten.
“Meisjes,” zei ik, terwijl ik probeerde kalm te blijven, “ga bij haar weg. Nu.”
Geen van beiden bewoog. Aubrey bleef aan de jas van de vrouw vastgeplakt. Lila streek met een klein handje langs de wang van de vreemdeling. Maren giechelde alsof dit de veiligste plek ter wereld was.
‘Papa,’ zei Aubrey, terwijl hij zich met perfecte precisie naar me toe draaide, ‘waarom heb je ons niets over oma Margaret verteld?’
Het horen van die naam benam me de adem.
‘Wie heeft je die naam verteld?’ vroeg ik.
De blik van de vrouw kruiste de mijne. Het waren dezelfde zachte blauwe ogen waar ik jaren eerder verliefd op was geworden.
Dezelfde ogen als mijn overleden vrouw, Emily.
“Mijn naam is Margaret Hartwell,” zei ze zachtjes. “Emily was mijn dochter.”
Mijn benen begaven het. Emily had me altijd verteld dat ze in een pleeggezin was opgegroeid. Geen ouders. Geen familie. Niemand om haar hart bij uit te storten.
vervolg op de volgende pagina