Een motorrijder zag me huilen nadat mijn man mij en mijn drie dagen oude baby in de regen had gegooid omdat ik weigerde een abortus te ondergaan.
Ik zat op de stoeprand in de stortbuien, mijn dochter tegen mijn borst gedrukt, in een poging haar met mijn lichaam droog te houden, terwijl al mijn bezittingen doorweekt raakten in drie vuilniszakken naast me.
In het eerste uur reden er zevenendertig auto’s langs me heen. Ik heb ze allemaal geteld.
Niemand stopte. Niemand minderde vaart. Ze staarden alleen maar naar de verwarde dakloze vrouw met de pasgeboren baby die in de regen zat, alsof ze nergens anders heen kon.
Omdat ik nergens anders heen kon.
Mijn naam is Rebecca en drie dagen geleden beviel ik van mijn dochter Lily. Drie dagen geleden was ik getrouwd, woonde ik in een mooi huis en was ik bezig met het inrichten van de babykamer. Drie dagen geleden had ik nog een leven.
Ik had nu niets anders dan een krijsende baby, drie tassen met kleren en 47 dollar op zak.
Het begon acht maanden geleden toen ik erachter kwam dat ik zwanger was. Michael en ik waren twee jaar getrouwd. We hadden het er wel eens over gehad om « ooit » kinderen te krijgen, maar hij zei altijd dat we er nog niet klaar voor waren. Hij zei altijd dat we meer geld nodig hadden, een groter huis, een beter moment.
Toen ik hem de positieve test liet zien, verwachtte ik dat hij verrast maar ook blij zou zijn. In plaats daarvan werd zijn gezicht uitdrukkingloos.
“Weg ermee.”
Drie woorden. Geen discussie. Geen « laten we hierover praten. » Gewoon weg ermee.
Ik zei nee. Ik zei dat ik dat niet kon doen. Dit was onze baby. Ons kind. Ik had mijn hele leven al moeder willen worden en ik was niet van plan mijn zwangerschap af te breken omdat het moment niet perfect was.
Toen liet Michael me zien wie hij werkelijk was.
Hij zei dat als ik de baby zou houden, ik er alleen voor zou staan. Hij zei dat hij nooit kinderen had gewild en dat hij dat duidelijk had gemaakt voordat we trouwden. Hij zei dat ik hem « in de val had gelokt » door expres zwanger te raken.
Dat had ik niet gedaan. Maar hij geloofde me niet.
