
**MIJN ZOON HEEFT DE LAMP VAN MIJN OMA KAPOT GEMAAKT TIJDENS EEN HONKBALGEVECHT — EN HAD GEEN IDEE DAT HET PAPIER IN MIJN ZAK ALLES ZOU VERNIETIGEN WAT HIJ DACHT TE BEZITTEN**
Mijn natte sokken laten strepen achter op de vloer als ik de drempel overstap.
” Wat ben je aan het doen ? “
Hij draait zich abrupt om. De knuppel blijft omhoog. Een angstaanjagende seconde denk ik dat hij mij gaat raken in plaats van mijn meubels. Zijn gezicht vertrekt op een manier die ik nog nooit bij hem heb gezien, een uitdrukking die me tot in mijn botten doet rillen.
‘Daar ben je dan eindelijk.’ Kimbra’s stem klinkt bedrieglijk lief. Ze verstelt haar greep op de knuppel. ‘We moeten het over je huis hebben.’
Mijn huis. De muren die Desmonds eerste woordjes hoorden. De keuken waar ik hem leerde pannenkoeken bakken. De woonkamer waar we op zaterdagmorgen dansten op oude hits, nadat zijn vader was overleden.
“Ga weg.” Mijn stem trilt. Ik bal mijn vuisten om te voorkomen dat mijn handen beven. “Jullie allebei, nu meteen.”
Desmond laat de knuppel één centimeter zakken. Slechts één centimeter.
“Pas nadat je de documenten hebt ondertekend.”
“Welke documenten?”
Kimbra haalt een document uit haar designertas. Die tas kost waarschijnlijk meer dan ik in twee maanden aan eten uitgeef. Ze vouwt de papieren open met haar verzorgde nagels.
vervolg op de volgende pagina