Mijn zoon heeft me gisteravond geslagen en ik ben stil gebleven.

In de weken die volgden, heb ik de nodige stappen ondernomen. Ik sloot me aan bij een steungroep in het plaatselijke buurthuis. Ik ging in gesprek met een therapeut die me hielp inzien hoe angst in mijn eigen huis stilletjes de liefde had vervangen. Sheriff Reed kwam een ​​keer langs, puur om te controleren of ik veilig was. Daniel moest van de rechter een cursus woedebeheersing volgen. We hebben sindsdien niet meer met elkaar gesproken, en voorlopig voelt dat goed.

Sommige ochtenden spreid ik nog steeds mijn kanten tafelkleed uit. Niet uit gewoonte, maar als een herinnering – aan mezelf – dat ik zorg en respect verdien, zelfs als ik alleen ben.

Dit is geen verhaal over wraak. Het is een verhaal over het eindelijk trekken van een grens na jarenlang mezelf klein te hebben gehouden. Het gaat over een moeder die waardigheid verkiest boven zwijgen. En het gaat over het besef dat misbruik niet altijd luidruchtig of dramatisch is – het schuilt vaak achter excuses, angst en de hoop dat de dingen op de een of andere manier beter zullen worden.