
Ik voelde niets.
Ik heb mijn huis verkocht en ben verhuisd.
Het leven ging verder. De zaken floreerden. Ik ontmoette een andere vrouw zonder bagage en zonder kinderen.
Jarenlang had ik af en toe gedachten aan Arjun.
Niet uit angst, maar uit nieuwsgierigheid.
Waar is hij nu? Leefde hij nog?
Maar de tijd wist zelfs de interesse uit.
Een twaalfjarige jongen, helemaal alleen op de wereld – waar zou hij in vredesnaam heen kunnen gaan?
Dat wist ik niet.
Het kon me niet schelen.
Ik heb mezelf zelfs wijsgemaakt: « Als hij dood is, is het misschien maar beter zo. »
Tien jaar later.
Ik werd gebeld door een onbekend nummer.
“Hallo meneer Rajesh? Zou u zaterdag aanwezig kunnen zijn bij de officiële opening van de TPA Gallery aan MG Road?
Iemand hoopt van harte dat u komt.”
Ik stond op het punt op te hangen, maar de volgende zin deed mijn hand verstijven:
‘Wil je niet weten wat er met Arjun is gebeurd?’
Mijn borst trok samen.
Die naam — Arjun — had ik al tien jaar niet meer gehoord.
