Dima barstte in snikken uit. Sergej raakte volledig in de war. Wat moest hij nu doen? Hoe kon hij hem kalmeren? Hij ging voor zijn zoon door zijn knieën en pakte hem met beide handen bij de schouders.
— Dim, luister naar me. Je mama… ze heeft het heel druk met haar werk. Ze heeft geen tijd om voor je te zorgen.
— Dat is niet waar! Ze was altijd bij me thuis!
— Nou… nu is alles anders.
— Waarom is het anders?
— Omdat wij, de volwassenen, dat zo hebben besloten.
— Ik wil zo niet leven!
— Dima, genoeg nu. Laten we naar huis gaan.

Ze liepen ongeveer twintig minuten zwijgend. Sergej voelde hoe alles vanbinnen samenkneep. Hoe had dit zo kunnen lopen? Hij had toch alles volgens de wet gedaan. De rechter overtuigd dat de moeder niet perfect was. Dat hij het beter kon. En wat bleek nu? Het kind leed elke dag. En hij, Sergej, wist totaal niet wat hij verder moest doen.
Thuis ging Dima meteen weer op de bank liggen. Hij at helemaal niets. Sergej probeerde rustig met hem te praten, maar de jongen draaide zich gewoon naar de muur. Een uur later sliep hij diep. Sergej zat alleen in de keuken en dronk bier uit een blikje. In zijn hoofd bleef het hameren: wat moet ik doen? Wat nu?
Op de derde dag kwam Dima helemaal niet van de bank af. Hij zei zacht dat hij erge buikpijn had. Sergej schrok en belde een arts die aan huis kwam. Ze kwam snel, onderzocht de jongen zorgvuldig en zei rustig:
— Lichamelijk is hij helemaal gezond. Maar het kind staat onder zware stress. Ziet u dat? Hij is voortdurend gespannen.
