Mijn naam is Mara. Zeven jaar lang leidde ik een vredig gezinsleven. Ik trouwde met Jace, een man wiens warmte alleen geëvenaard werd door zijn ambitie. Hij was verkoopdirecteur bij een farmaceutisch bedrijf, een veeleisende functie, maar hij stelde ons gezin altijd voorop. Onze vijfjarige dochter, Nira, een vrolijk en opgewekt meisje met mijn ogen en Jace’s glimlach, was het middelpunt van ons universum.
Ik was acht maanden zwanger en verwachtte een jongetje. Nira was dolblij dat ze grote zus zou worden. Elke avond legde ze haar wang tegen mijn buik en fluisterde ze kleine geheimpjes in het oor van haar broertje. Ik was verpleegster geweest, een baan waar ik dol op was, maar na Nira’s geboorte koos ik ervoor om thuis bij haar te blijven.
Ik heb er nooit spijt van gehad. De tijd die ik met mijn familie doorbracht, was kostbaarder dan wat dan ook.
Jace was er vooral in de weekenden. We brachten onze dagen door met picknicken in het park, naar de film gaan en kleine, spontane avonturen beleven om Nira aan het lachen te maken. Hij droeg haar op zijn schouders tijdens onze wandelingen, haar lach galmde door de bomen, en hij was altijd zo attent voor mij. Sinds deze zwangerschap was hij nog beschermender geworden en weigerde hij me iets zwaarder dan mijn handtas te laten dragen.
vervolg op de volgende pagina
