— Op 30 december moet je om zes uur ’s avonds bij mij zijn. Er moet gekookt worden, er komen veel gasten, commandeerde de schoonmoeder door de telefoon, maar Aljona kwam niet opdagen.

— En als we hierdoor gaan scheiden?

Aljona liep naar hem toe.

— Jura, als ons huwelijk alleen blijft staan omdat ik jouw moeder tevreden houd, dan zijn we al lang geen man en vrouw meer. Dan wonen we gewoon onder één dak.

Hij draaide zich naar haar om.

— Ik wil niet scheiden.

— Ik ook niet. Maar ik wil gerespecteerd worden. Dat mijn mening telt.

Jura knikte. Hij sloeg zijn armen onzeker, voorzichtig om haar heen.

— Het spijt me dat ik het niet eerder begreep.

— Het belangrijkste is dat je het nu begrijpt.

Ze stonden in de keuken, elkaar vasthoudend. Buiten sneeuwde het. De stad maakte zich op voor het feest.

— Zullen we naar jouw ouders gaan? — vroeg Jura.

— Ja. Laten we gaan.

31 december. Het huis van Aljona’s ouders verwelkomde hen met de geur van dennennaalden, een kerstboom, mandarijnen en huisgemaakt eten. Tatjana Vasiljevna deed open en sloeg haar dochter meteen stevig, lang in haar armen.

— Wat ben ik blij dat je er bent!

Aljona drukte zich tegen haar moeder aan en voelde hoe er iets in haar losliet. Alle spanning van de afgelopen dagen, alle angsten en twijfels — het week terug.

Michail Petrovitsj kwam uit de keuken in een huiselijke trui, glimlachend.

— Kijk nou, de jongeren zijn er! Jura, kom binnen, doe je jas uit. Ik zet zo thee.

Jura deed zijn jas uit en hing hem op. Aljona zag hoe gespannen hij was, hoe stijf zijn schouders stonden. Voor hem was dit ook een beproeving.

Tatjana Vasiljevna nam haar dochter mee naar haar oude kamer.

— Vertel. Wat is er gebeurd?

Aljona vertelde alles. Vanaf het eerste telefoontje van haar schoonmoeder tot de scène van gisteren op de galerij. Haar moeder luisterde zwijgend, schudde soms haar hoofd, kneep soms haar lippen op elkaar.

— En hoe voel je je nu? — vroeg ze toen Aljona klaar was.

— Moe. Maar rustig.