Maar op een avond zakte Harold in elkaar terwijl hij een gloeilamp aan het vervangen was.
De artsen zeiden dat zijn hart zwak was, uitgeput door zorgen en vermoeidheid. Margaret bleef aan zijn bed, las hem zijn favoriete boeken voor en draaide de oude platen waar hij zo van hield.
Op een ochtend, toen hij wakker werd, mompelde hij: “Was het maar mogelijk om Ethan nog eens te zien… al was het maar één keer.”
Margaret heeft gebeld.
Een paar dagen later kwam Michael aan… alleen. Rebecca was weg, en daarmee ook het huis en de stille afstand die tussen hen was ontstaan. Hij stond in de deuropening, schuldgevoel klonk door in zijn stem.
“Papa… ik verdien het niet om hier te zijn.”
Harold glimlachte even. “Je bent gekomen, dat is het enige wat telt.”
Michael knielde naast het bed, zijn stem brak.
‘Ik had je moeten verdedigen,’ zei hij. ‘Ik had de zoon moeten zijn die jij voor mij bent geweest.’
Harold pakte zijn hand. “Wees dan die vader voor Ethan. Zo maak je je fouten goed.”
Die avond, terwijl de sneeuw langzaam buiten het raam dwarrelde, werd Harolds ademhaling rustiger en kalmer. Margaret hield zijn hand vast tot zijn warmte verdween.
vervolg op de volgende pagina
