Hij pakte mijn hand vast en glimlachte vriendelijk:
‘Kijk niet zo bang, Sarah. Ik heb mijn hele leven al dingen gerepareerd die kapot zijn gegaan… Ik repareer dit ook wel.’
Ik barstte in tranen uit.
Niet omdat ik bang was hem te verliezen, maar omdat ik voor het eerst besefte hoeveel ik van hem hield.
De operatie duurde 6 uur.
Ik zat in de koude gang en bad voor hem.
Toen de dokter naar buiten kwam, glimlachte hij vriendelijk:
“De operatie is geslaagd. Hij is een zeer sterke man.”
Ik boog mijn hoofd, de tranen stroomden over mijn wangen – niet uit angst, maar omdat ik wist dat God me meer tijd met hem had gegeven.
Toen James wakker werd, fluisterde hij:
“Ik droomde dat je thee aan het zetten was. Ik wist dat ik nergens heen kon, omdat ik mijn kopje thee nog niet had gehad.”
Ik hield zijn hand vast, lachend en huilend:
“Ik zal het voor altijd voor je maken, zolang je hier bent.”
