“OPEN DIE KIST ONMIDDELLIJK!” — De kreet van de huishoudster die de begrafenis van mijn moeder abrupt beëindigde en mijn vrouw deed fluisteren: “Durf haar niet te geloven…” — En precies op dat moment begon alles in te storten.

“STOP! STOP NU!”

De schreeuw sneed als een mes door de hitte.

We draaiden ons allemaal om.

Rosa Delgado, de vrouw die al meer dan tien jaar voor ons werkte, rende hijgend en doodsbang tussen de grafstenen door. Ze was niet zomaar een medewerker – ze was de persoon die mijn moeder het meest vertrouwde. Ze zette elke ochtend koffie voor mama, wandelde met haar in de tuin en luisterde naar haar verhalen.

Nu kwam ze wankelend op ons af, de tranen stroomden over haar gezicht.

“Uw moeder leeft nog, meneer Andrew!” riep ze. “Deze kist is leeg!”

De wereld leek even stil te staan. Iedere gast hield zijn adem in.

Zelfs de zon leek stil te staan.

2. De vrouw die mijn vrouw vreesde,
Melissa, verstijfde naast me, haar vingers drongen pijnlijk in mijn arm.

‘Wat doet ze hier?’ siste ze. ‘Zet haar eruit. Onmiddellijk. Dit is respectloos.’

Twee bewakers stormden naar voren en grepen Rosa bij de armen toen ze moeite had om overeind te blijven.

“Laat me praten!” riep ze. “Alsjeblieft, luister naar me! Je moeder was gisteravond niet dood. Ik heb alles gezien. Mannen kwamen via de achterdeur binnen en namen haar mee. Ze ademde, Andrew. Ze bewoog!”

De bewakers schoten harder.

Melissa verhief haar stem en sprak de menigte toe met een geforceerde glimlach.

vervolg op de volgende pagina