
Slechts drie dagen nadat we in ons nieuwe huis waren getrokken, nam mijn man zijn hele gezin mee om vingerafdrukken te laten nemen. Daarop heb ik het huis verkocht en hem iets verteld waar hij stomverbaasd over was.
Die middag, terwijl ik de keuken aan het schoonmaken was, ging de deurbel.
Toen ik de deur opendeed, viel mijn mond open.
De hele familie van mijn man stond buiten: zijn moeder, zijn twee jongere zussen, zijn jongere broer en diens vrouw. Ze droegen allemaal tassen en koffers en straalden van geluk.
“Oh mijn God, dit huis is prachtig! Het is groot genoeg voor ons allemaal!” riep mijn egocentrische moeder uit.
Voordat ik kon reageren, kwam mijn man Mark naar buiten met een stralende glimlach.
“Hoi mam! Ik heb de technicus al gebeld. Iedereen kan zijn of haar vingerafdrukken registreren; dat maakt het in- en uitstappen een stuk makkelijker.”
Ik ben begonnen.
‘Wat zei je net?’ vroeg ik, mijn stem trillend.
“Heeft u alle vingerafdrukken geregistreerd?”
Mark keek me aan alsof er niets gebeurd was.
“Nou en? Het is ook mijn thuis. Het is mijn familie, het zal fijn zijn om samen te gaan wonen.”
Een gebroken belofte.
Lees verder op de volgende pagina.
Mijn hart zonk. Ik herinnerde me precies wat ik hem had gezegd:
“Als we eindelijk een eigen huis hebben, wil ik dat het van ons is.”
Hij beloofde dat hij niemand zou toestaan zich met ons privéleven te bemoeien.
Maar slechts drie dagen later brak hij die belofte, alsof hij die nooit had gedaan.
Die avond was haar familie overal: haar moeder lag languit op de bank en vertelde me wat ik moest koken, haar zussen verdeelden kleren en make-up door de woonkamer en haar broer hing zijn jas aan de muur en zei opgewekt: “Wat een geluk! We hoeven geen appartement meer te huren!”
Ik kon geen woord uitbreken. Het huis waar ik 70% van de koop voor had betaald, het huis dat ik met mijn jeugd en mijn dromen had gebouwd, was plotseling een slaapzaal voor mijn schoonouders geworden.
Zes vingerafdrukken.
Die nacht, terwijl iedereen sliep, zat ik stil in de woonkamer en staarde naar het elektronische deurpaneel: zes nieuwe vingerafdrukken lichtten op.
Elk ervan leek een teken dat mijn plek in dat huis zou vernietigen.
De volgende ochtend ging ik vroeg op pad om de makelaar te ontmoeten.
Ik heb de papieren getekend voor de wederverkoop van het huis, het huis van mijn dromen.
De agent keek me verbaasd aan.
“Weet je het zeker? Ze zijn net verhuisd.”
Ik glimlachte flauwtjes.
“Het spijt me, maar ik kan niet wonen op een plek waar iedereen zomaar de deur kan openen wanneer hij of zij wil.”
Nog één laatste gesprek.