Sofia huilde op haar eigen bruiloft nadat ze met een oudere, rijke man was getrouwd om haar familie te redden. Op hun huwelijksnacht ging hij naar de wc… en toen hij eruit kwam, viel Sofia bijna flauw.

Sofía Valcárcel had zich nooit kunnen voorstellen dat haar trouwdag ook een van de meest pijnlijke van haar leven zou worden. Op haar zesentwintigste droomde ze ervan om uit liefde te trouwen, in een eenvoudige jurk en tijdens een intieme ceremonie. In plaats daarvan liep ze die dag over het altaar aan de arm van haar jongere broer, haar tranen niet bedwingend terwijl alle gasten mompelden. Sommigen hadden medelijden met haar; anderen veroordeelden haar genadeloos.

Omdat ze niet trouwde met Arturo, de jongeman op wie ze al jaren verliefd was, maar met Don Esteban Llorente, een 64-jarige weduwnaar, gereserveerd en de eigenaar van een fortuin dat alle problemen van de familie Valcárcel kon oplossen. Voor velen was hij een weldoener. Voor Sofía was hij het levende bewijs van de oneerlijke prijs die het leven soms eist.

Haar vader kampte al maanden met schulden die het familiebedrijf bijna failliet hadden laten gaan. De bank had hen een ultimatum gesteld: er zou beslag op het huis worden gelegd. Op dat moment verscheen Don Esteban met een voorstel dat even direct als verontrustend was:

“Ik kan je fortuin redden… als Sofía met mij wil trouwen.”

Sofía dacht dat het een slechte grap was. Maar toen ze haar vader onder de druk zag bezwijken, toen ze haar broers zag worstelen om tijdelijke baantjes te vinden die nauwelijks genoeg opleverden om te eten, begreep ze dat haar vrijheid een prijs had en dat zij de enige was die haar gezin bijeen kon houden.

Ze accepteerde. Op één voorwaarde: wederzijds respect en eerlijkheid.

Tijdens de ceremonie bleef Don Esteban kalm en beleefd en probeerde haar niet meer aan te raken dan nodig was. Maar dat maakte het gevoel van het ondertekenen van een emotioneel verwoestend contract niet minder.

Die avond, bij aankomst in de hotelsuite waar ze hun eerste avond als getrouwd stel zouden doorbrengen, voelde Sofía een knoop in haar keel waardoor ze moeite had met ademhalen. Hij merkte het.

« Maak je geen zorgen, » zei hij kalm. « Ik ga je nergens toe dwingen. We kunnen dit op je eigen tempo doen. »

Ze knikte, onzeker of ze zich opgelucht of wantrouwend moest voelen. Don Esteban ging naar de badkamer om zich om te kleden, waardoor ze alleen achterbleef met de stilte en haar turbulente gedachten. Sofia liep naar het raam en probeerde de omvang van wat ze zojuist had gedaan te verwerken.

De badkamerdeur ging open.

Sofia draaide zich om… en viel bijna flauw.

Don Esteban was anders. Niet vanwege zijn kleding, maar vanwege zijn uitdrukking. Iets in zijn gezicht, ooit ondoorgrondelijk, was drastisch veranderd. Hij was niet langer de koude, berekenende man die ze wekenlang had gekend.

Hij was een kwetsbare man. Zijn ogen waren rood. Alsof hij gehuild had.

« Sofia… ik moet je vanavond iets bekennen, » zei hij met trillende stem.

En op dat moment stortte haar hele wereld in.