Tijdens een familiebijeenkomst sloeg mijn moeder met haar vuist op tafel. “Kijk naar je zus! Ze stuurt ons 4000 dollar per maand! Wat een ondankbare vrouw!”

Ik wachtte.

Er ging een maand voorbij. Toen belde mijn vader, hij klonk bezorgd.

‘Mara,’ begon hij, ‘je zus zegt dat ze financiële problemen heeft. Ze heeft deze maand niets kunnen overmaken. Weet jij wat er aan de hand is?’

Ik glimlachte inwendig. “Nee, pap. Ik heb niet met hem gesproken. Misschien moet je het hem zelf vragen.”

Na twee maanden begon de bezorgdheid toe te slaan. Mijn ouders belden opnieuw: Sena had een verhaaltje verzonnen; een klant had haar niet betaald. Na drie maanden begon Sena zelf de controle te verliezen. Ze belde constant. Ze stuurde sms’jes. Ze liet wanhopige voicemailberichten achter, vol excuses en wanhoop.

Ik heb een fout gemaakt, oké? Ik had het gewoon even nodig.
Ik betaal het je terug, beloofd.
Alsjeblieft, Mara, vertel het ze niet. Het zou ze kapotmaken.

Maar mijn stilte was nu weloverwogen. Ik reageerde niet. Ik liet haar de gevolgen van haar daden ondervinden.

Drie maanden nadat de betalingen waren gestopt, riepen mijn ouders ons weer bij zich voor een “familiegesprek”. Dezelfde eettafel, dezelfde gespannen sfeer, maar deze keer was hun woede niet op mij gericht.

‘We hebben je bankafschriften gezien!’ brulde mijn vader. Hij had haar post doorgespit. ‘Je beweerde dat het geld van je bedrijf kwam. Je hebt al die tijd Mara’s rekening gebruikt!’
Sena zakte in elkaar. ‘Ik… ik wilde het rechtzetten. Ik…’

Ik greep zonder problemen in. “Papa. Mama. Laat haar het uitleggen.”

Ze keek me aan met smekende ogen. Ze verwachtte dat ik haar zou redden, zoals ik altijd had gedaan.

Ik keek hem recht in de ogen en zei met een kalme maar vastberaden stem: “De betalingen stopten zodra ik van bank veranderde. Dat is vreemd, hè?”

vervolg op de volgende pagina