‘Nee,’ antwoordde Caleb, terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg. ‘Lucas is mijn zoon. Ik heb geen bewijs nodig.’
Helen kneep haar ogen samen:
‘Hoe kun je daar zo zeker van zijn? Je weet niet met wie ze was.’
« Praat niet over mij alsof ik er niet ben! » riep ik.
‘Ik weet dat hij niet je biologische zoon is,’ hield Helen vol. ‘Alle kinderen in onze familie lijken op hun vader. Geef toe wie de echte vader is, zodat Caleb geen tijd verspilt.’
‘We zijn al vijftien jaar samen! Begrijp je wel wat je net zei?’ schreeuwde ik, mijn stem trillend van woede.
‘Ik heb nooit gedacht dat je een trouwe echtgenote was,’ antwoordde ze koud.
« Hou op! » riep Caleb. « Ik vertrouw mijn vrouw. Ik weet dat ze me niet bedrogen heeft. Ik doe de test niet. »
‘Dus, waar ben je bang voor? Bewijs het maar!’ siste Helen, terwijl een roofzuchtige grijns zich over haar gezicht verspreidde.
‘Het gesprek is voorbij,’ zei hij vastberaden.
