“Daarom kondig ik vandaag de verdeling van mijn bezittingen aan. Ongeveer negenendertig miljoen aan onroerend goed, schepen, investeringen en contant geld zal onder hen worden verdeeld.”
Een golf van applaus galmde door het publiek. Ik bleef roerloos staan, mijn gezicht zorgvuldig uitdrukkingsloos ondanks de bekende pijn. Melissa’s hand vond de mijne en kneep erin.
‘Maak je geen zorgen, mam,’ mompelde ze. ‘We hadden niets verwacht.’
Maar mijn vader was nog niet klaar. Hij hief zijn hand op om de kamer stil te krijgen, en iets in zijn blik bezorgde me rillingen over mijn rug.
“En dan is er nog Catherine.”
Het feit dat hij mijn volledige naam uitsprak, sneed als een mes door de lucht. Alle ogen waren op mij gericht. Het licht van de kroonluchter leek ineens fel, verblindend.
‘Mijn oudste dochter,’ vervolgde hij, zijn toon schommelend tussen amusement en minachting. ‘Degene die poëzie verkoos boven winst, idealisme boven succes.’
Hij hief zijn glas in spottende toon naar me op.
“Diegene die zestig jaar lang heeft bewezen dat ze niets begreep van succes of nalatenschap.”
Er viel een absolute stilte.
‘Catherine,’ zei hij, terwijl hij me recht in de ogen keek. ‘Je hebt nooit iets van deze familie verdiend, en dat is precies wat je gaat krijgen.’
Gelach golfde door de zaal, eerst wat verlegen, maar al snel werd het steeds luider toen het schaterlachen van mijn broers en zussen de anderen aanmoedigde om mee te lachen. Het lawaai overspoelde me als een vloedgolf.
Ik zette mijn onaangeroerde champagneglas op een tafeltje in de buurt en ging rechtop zitten. Zestig jaar van afwijzingen van haar hadden me één ding geleerd: hoe je met waardigheid weggaat.
vervolg op de volgende pagina
