Toen ze beviel van een vijfling, liep de vader zwijgend weg. Dertig jaar later stond ze oog in oog met de hele stad en onthulde een waarheid die geen gefluister kon verbergen.
De stilte die boekdelen sprak
Toen de vijfling in 1995 werd geboren, barstte de verloskamer niet in gejuich uit. Er waren geen tranen van geluk of kreten van vreugde. In plaats daarvan hing er een zware stilte in de lucht – een ongemakkelijke stilte die een sfeer van wantrouwen en onuitgesproken woorden met zich meedroeg, die aan de steriele witte muren kleefden.
Anna lag uitgeput, trillend van de urenlange weeën, haar huid klam van het zweet. In haar armen rustten vijf kleine pasgeborenen, elk gewikkeld in zachte pastelkleurige dekentjes. Een drieling zou het ziekenhuispersoneel al versteld hebben doen staan, maar een vijfling? Dat was buitengewoon zeldzaam. Het had een wonder moeten zijn. Toch keek niemand in de kamer hen met verwondering aan.
Het lag aan hun uiterlijk. Hun huid was donkerder, hun gelaatstrekken verschilden van Anna’s bleke gezicht en blonde haar. En erger nog, ze leken in niets op de man die buiten stond te wachten: Richard Hale, Anna’s blanke vriend.
Toen Richard eindelijk binnenkwam, werd de stilte verbroken – maar niet van vreugde. Zijn gezicht werd lijkbleek, zijn kaak strak als steen. Zijn ogen schoten van de baby’s naar Anna.
