‘Wat is dit?’ Zijn stem klonk scherp. ‘Durf niet te zeggen dat ze van mij zijn.’
Anna, zwak en trillend, fluisterde: « Ze zijn van jou, Richard. Ik zweer het. »
Maar hij hoorde het niet – of misschien koos hij ervoor om het niet te horen. Zijn gezicht vertrok van woede.
‘Je hebt me te schande gemaakt,’ spuwde hij. ‘Je hebt alles verpest.’
Diezelfde nacht verliet Richard het ziekenhuis. Hij is nooit meer teruggekeerd.
Een leven onder waakzame ogen
Vanaf dat moment veranderde Anna’s leven in een storm die ze alleen moest doorstaan. In hun kleine stadje verspreidde de roddel zich als een lopend vuur. Ze werd « de vrouw met de zwarte kinderen », over wie achter gesloten deuren gefluisterd werd.
